Gisteren lag Facebook weer onder vuur omdat diensten als FarmVille en Family Tree persoonlijke informatie doorsluist naar advertentiebedrijven. Hoewel in dit geval Facebook heeft aangegeven dat dit niet wenselijk is en daarom stappen onderneemt, kun je je afvragen of we sowieso zelf niet té vaak blind toestemming geven voor handel in onze gegevens. ’De hieronder weergegeven juridische overeenkomsten gelden tussen u en…’ blah blah blah. In de ’user agreement’ van iTunes staat nog van alles maar je hebt waarschijnlijk allang op Akkoord geklikt. Er zijn maar weinig mensen die de ruim 15.000 woorden tellende voorwaarden uitpluizen voordat zij de software op hun computer installeren. En dat geldt eigenlijk wel voor bijna alle applicaties die we willen hebben. Gretig klikken we op ’OK’ in ruil voor ’gratis’ diensten. Maar voor niets gaat de zon op: we betalen er wel degelijk voor en de nieuwe muntsoort is privacy. Je geeft al dan niet bewust toestemming dat een app of programma jouw gegevens verzamelt en doorstuurt naar derden. Op die manier kan bijvoorbeeld een adverteerder een profiel van je maken. Ze weten wie je bent, wat je interesses zijn, wie je vrienden zijn, hoeveel geld je hebt en zelfs waar je bent. En die informatie is goud waard. “Normaal gesproken was geld altijd het meest belangrijke betaalmiddel op internet”, legt Danny Mekic, internetexpert en jurist, uit. “Maar veel betaalmodellen voor online services werken gewoonweg niet. Mensen willen niet betalen om een artikel te lezen of om een YouTube-filmpje te bekijken. Het liefst kost het de gebruikers niets. Bedrijven zoeken daarom naar nieuwe manieren waarop ze geld kunnen verdienen.”
Social media
De verandering van de manier waarop wij internet gebruiken, stelt bedrijven in staat een nieuw verdienmodel toe te passen. “Op dit moment verschuift het naar social media”, legt Mekic uit. “Veel Nederlanders hadden al Hyves maar nu is ook Facebook en Twitter hier populair. Daar komt veel informatie uit naar voren. We zijn nu op een punt aangekomen dat er steeds vaker gehandeld wordt in onze privé-gegevens.” In theorie zijn we daar voor een groot deel zelf verantwoordelijk voor. In de voorwaarden wordt aangegeven wat er met je gegevens wordt gedaan. En zelfs als mensen alles zouden doorlezen, klikken ze alsnog op akkoord. “Dat komt waarschijnlijk doordat we niet helemaal beseffen hoe waardevol het is om privacy te hebben”, denkt Mekic. “Er zijn ook weinig gevallen in Nederland bekend waarbij bijvoorbeeld iemands identiteit wordt gestolen. We geven daarom té makkelijk onze privacy weg.”
Stoplicht
Om Nederlanders bewuster te maken van wat er met hun gegevens gebeurt, pleit Mekic voor een transparant systeem, waardoor direct duidelijk wordt dát, maar vooral wát er met alle informatie wordt gedaan. “Bij films hebben we een Kijkwijzer waarop je ziet wat voor type film het is en voor welke leeftijd deze geschikt is. En voor financiële advertenties hebben we de Risicowijzer die aangeeft of het om een risicovolle belegging gaat. Nederland zou het eerste land ter wereld moeten zijn dat zo’n systeem invoert voor privacyrisico’s op het internet.” Zelf denkt Mekic aan een simpel privacystoplicht. “Bij een groen icoontje bij een app of dienst worden je gegevens niét gedeeld en als het een oranje kleur heeft, wordt er wél iets mee gedaan maar kun je dat makkelijk stopzetten of inzien. Als het een rode kleur heeft, begeef je je op glad ijs en is het wijs om eerst na te gaan welke informatie wordt verzameld en wie het gebruikt.” Een soortgelijk systeem zou tegelijkertijd ook druk zetten op fabrikanten die ’rode applicaties’ maken en flink handelen in gegevens. “Groene en oranje applicaties zijn voor consumenten aantrekkelijker. Je dwingt daarom rode bedrijven ertoe om beter na te denken over wat zij doen met de gegevens van hun klanten.”
Dit artikel, geschreven door Dennis Mons, is verschenen op 19 oktober 2010 in de Sp!ts.
Geef een reactie