Inleiding op het Goederenrecht

In deze posting worden twee onderwerpen besproken:

  1. Wat is goederenrecht?;
  2. Wat is eigendomsrecht?.

1. Wat is goederenrecht?

Goederenrecht wordt gezien als een van de moeilijkste disciplines binnen het Nederlands recht. Dat komt omdat het op verschillende punten fundamenteel anders is dan bijvoorbeeld het verbintenissenrecht, dat door juristen als een minder ingewikkeld rechtsgebied wordt gezien. Goederenrecht is eigenlijk een te beperkte naam voor dit rechtsgebied, omdat het namelijk niet om alle maar slechts de absolute rechten van goederen (rechten op zaken en vermogensrechten) gaat. Absoluut is afgeleid van het latijnse woord absolutus, wat zoiets betekent als losgemaakt van de samenleving. Het verschilt van de relatieve rechten in het verbintenissenrecht, die slechts gelden tussen bepaalde, vaak specifieke, partijen, omdat ze namelijk een absolute werking hebben: deze absolute gelden namelijk tegenover iedereen. Los van de samenleving.

De verhouding tussen het verbintenissenrecht en goederenrecht werd voor het eerst verduidelijkt in het Blaauboer-Berlips-arrest van de Hoge Raad uit 1905. Blaauboer heeft een contract afgesloten met zijn buren, de gebroeders Berlips, voor het aanleggen van een weg op de grond die eigendom is van Berlips — naar het huis van Blaauboer. In plaats van de weg aan te leggen, verkopen de gebroeders Berlips het stuk grond echter aan de weduwe Maks en zijn zij dus niet meer in staat om de weg aan te leggen. Maks voelt er weinig voor om de weg aan te leggen. Is zij met het kopen van het stuk grond verplicht om de contractuele verplichting van de gebroeders Berlips met buurman Blaauboer uit te voeren?

De Hoge Raad oordeelde dat de verbintenis niks te maken heeft met de grondeigendom. Dat de weduwe Maks de grond heeft gekocht, betekent niet dat zij ook de weg aan moet leggen. De Hoge Raad oordeelt dat ze niks te maken heeft met het contract die haar rechtsvoorganger heeft gesloten. Eigendom en verbintenis staan dus geheel los van elkaar. Als het anders zou zijn, zo oordeelt de Hoge Raad, dan zouden contracten een belemmering vormen voor het verhandelen van stukken grond. Je zou gebonden kúnnen zijn aan in het verleden door anderen afgesloten contracten, waar je door het ontbreken van een openbaar register voor zulke afspraken geen weet van zou hebben. Dat zou in strijd zijn met het beginsel van rechtszekerheid in het handelsverkeer in grond. Blaauboer dus nog steeds verhaal halen bij gebroerders Berlips, maar nu zij niet in staat zijn om de weg aan te leggen, zou dat hoogstens kunnen leiden tot een schadevergoeding uit wanprestatie.

Dat betekent dus dat de werking van de absolute rechten binnen het goederenrecht, een nogal sterke kracht uitoefenen op de wereld — in totaal meer dan zes miljard mensen in de wereld. Om die reden heeft de wetgever er voor gekozen om het aantal absolute rechten beperkt te houden, en je kunt als mens ook niet zomaar nieuwe absolute rechten creëren. Dat wordt het gesloten stelsel van absolute rechten genoemd. Alle absolute rechten vind je in het wetboek, je kunt ze niet zelf in het leven roepen. Dat tegenover het open systeem van verbintenissenrecht, want je mag altijd zelf als contractspartijen nieuwe verbintenissen creëren, afspraken maken, contracten sluiten.

2. Het eigendomsrecht

De hoeksteen van het goederenrecht is het recht op eigendom, ook wel het eigendomsrecht genoemd. Absolute rechten die géén eigendom zijn, zijn altijd afgeleid van het goederenrecht. Dat maakt eigendomsrecht niet alleen erg belangrijk binnen het recht, maar ook één van de meest controversiële onderdelen van het privaatrecht. De reden daarvoor is dat het een politiek beladen rechtsgebied is, omdat het directe invloed heeft op de manier waarop de eigendom in onze samenleving is inricht en daarmee rechtstreeks doorwerkt in de bezitsverhouding in de samenleving. Het gaat kort gesteld ook over de welvaartsverdeling in de wereld.

Wat is eigendom eigenlijk? Je zou verwachten dat het antwoord op die vraag in een wet te vinden is. Art. 5:1 lid 1 BW zegt hierover het volgende:

Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben.

Daarmee geeft het eerste artikel van het vijfde Burgerlijk Wetboek absoluut geen antwoord op deze vraag, hoogstens een vage beschrijving. Er is geen recht dat meer bevoegdheden verleent dan het eigendomsrecht. Het volgens dit artikel een recht dat altijd verkregen wordt door een (rechts)persoon, en altijd betrekking heeft op een zaak, want eigenaar kun je alleen maar zijn op zaken. Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten, zo vertelt art. 3:2 BW — stoffelijke objecten zijn dus nièt vorderingen. Je kunt dus geen eigenaar zijn van vorderingen, wèl van een wetboek, maar niet van het recht op levering van een wetboek door bol.com.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *