“Mobiel internetten wordt duurder,, zei KPN-topman Eelco Blok afgelopen mei in een toelichting op de strategie van het bedrijf tot en met 2015. Ook Vodafone zette eerder een stap in het aanpassen van de mobiele internet-abonnementen die zij aanbiedt aan haar gebruikers: een ‘flat fee’ of ‘fair use policy’-abonnement voor het gebruik van mobiel internet behoort daar al sinds vorig jaar tot het verleden, waardoor de meeste gebruikers meer zijn gaan betalen voor internettoegang. Niet gek, als je je realiseert dat steeds meer mensen met een smartphone rondlopen waarmee ze gemiddeld steeds vaker, langer en sneller willen internetten.
‘Onbeperkte dataverkeer’ wordt in de praktijk dus steeds méér dataverkeer, en dus duurder voor de providers. Geen probleem, consumenten zijn -kijk naar de tarieven voor vaste internetaansluitingen- bereid om een flinke som geld neer te leggen voor een goed functionerende, snelle verbinding die toegang verleent tot het internet. Met het verhogen van prijzen of veranderen van het limiteren van de hoeveelheid dataverkeer omdat het gebruik toeneemt, is natuurlijk niks mis. Maar wat als sommige websites alleen bezocht mogen worden na extra betaling aan de provider – die alleen een doorgeefluik behoort te zijn?
Grote commotie onder Nederlandse consumenten en experts&politici ontstond toen bekend werd dat mobiele internetproviders gebruiken maken van een technologie genaamd ‘Deep Packet Inspection’ (DPI) om het internetverkeer van individuele mobiele telefoon-gebruikers te kunnen analyseren. Zo bleek het voor de telecomproviders opeens mogelijk om te kijken op welke manier een specifieke klant het internet gebruikt, om zo (nóg) meer (verschillende) abonnementen te introduceren, terwijl de consument daar niet om heeft gevraagd, noch behoefte aan heeft (Pinokkio Vodafone). Delen van het internet of het gebruik van bepaalde internetprogramma’s zou dan alleen toegestaan worden na (extra) betaling door de consument. In de praktijk zal dat leiden tot ingewikkeldere en duurdere abonnementen en een soort ‘elite-internet’ waarbij sites als Youtube alleen nog maar bekeken kan worden door mensen die bereid zijn meer betalen. Dit alles ter compensatie van de dalende inkomsten van deze bedrijven uit hun ‘reguliere’ belminuten en sms-berichten.
Zie je het al voor je? De prijs van een liter benzine -want een gigabyte dataverkeer is een gigabyte dataverkeer, ongeacht welke website je bezoekt of welk programma je gebruikt- die afhankelijk is gemaakt van hoe zuinig je auto is? Want als je een zuinige auto rijdt, dan verdienen we minder aan u, mevrouw/meneer de klant – dús willen we graag meer geld kunnen vragen voor dezelfde liter benzine ter compensatie van gemiste inkomsten.
Tijdens een aandeelhoudersvergadering van KPN (3:32:00) werd de vraag gesteld hoe die nieuwe abonnementen van KPN er precies uit komen te zien, mede in het licht van de gevoeligheid omtrent het onderwerp netneutraliteit – wat kortgezegd inhoudt dat een aanbieder van internettoegang geen invloed uit mag oefenen op welke delen van het internet wel/niet doorgegeven mogen worden, er moet dan zonder belemmering toegang worden verleend tot het gehele internet – waarop werd geantwoord:
We will not block services – we will try to price them, or we will price them. (We zullen geen internetdiensten blokkeren, we zullen proberen er extra geld voor te gaan vragen of nee, we gáán er extra geld voor vragen)
Op dat moment was netneutraliteit nog niet wettelijk ingevoerd. Als voorbeeld om in de toekomst extra geld voor te gaan vragen werd het gsm-programma Whatsapp genoemd, een directe concurrent van het ouderwetse sms’en – waar de consument nog per bericht voor moet betalen – dat gebruik maakt van de goedkope mobiel internetverbinding voor het verzenden van korte tekstberichten, welke zelfs kunnen worden verrijkt met audio-/foto- en videobestanden. Mensen zijn minder gaan smsen, want Whatsapp is goedkoper, heeft meer mogelijkheden en is vriendelijker in het gebruik. Later werden ook Skype en Youtube genoemd in de netneutraliteits-discussie als voorbeelden van delen van het internet waar extra voor betaald zou moeten gaan worden, geheel tegen het belang van de consument in. Een gigabyte Youtube-verkeer is overigens ook niet duurder (eerder goedkoper, dankzij een constante stroom aan data) dan een gigabyte Nu.nl-(piek)verkeer, het is dus ook niet uit te leggen naar de consument toe anders dan een muur opwerpen om verouderde verdienmodellen te beschermen.
Hierop barstte een enorme discussie los over de vraag of het aan internetproviders zoals KPN is om bepaalde delen van het internet alleen toegankelijk te maken na extra betaling, en in hoeverre de privacy van individuele klanten in gevaar komt op het moment dat providers het internetverkeer op individueel niveau gaan analyseren. Ook innovatie op internet loopt daarbij gevaar: hoe weet je als internetondernemer zéker dat je nieuwe internetprogramma, denk bijvoorbeeld aan Spotify, gratis doorgegeven zal (blijven) worden door de providers? Durf je de investering aan? Als providers extra geld gaan vragen dan blijven de gebruikers weg.
Met name KPN heeft in die discussie veel steken laten vallen in de (trage) communicatie waardoor aanvankelijk – door een tegenstrijdige persverklaring en het onbereikbaar zijn van persvoorlichters – méér onduidelijkheid en onrust ontstond over dit onderwerp, binnen no-time sprongen alle mogelijke media er bovenop. Hier sprak ik over op Radio 1. De discussie heeft ironisch genoeg geleid tot een sterke stijging van het gebruik van Whatsapp in Nederland. Vodafone reageerde -in tegenstelling tot KPN- pro-actief door uit eigen beweging toe te geven óók gebruik te maken van de DPI-techniek, vergezeld met een uitgebreide verklaring waarom van privacyinbreuken volgens het bedrijf geen sprake was.
Samen met mr. Steven Ras riep ik vervolgens de politiek op om eindelijk eens verantwoordelijkheid te nemen voor de recente technologische innovaties zoals het (mobiele) internet, en de manier waarop deze de levens van mensen diep raken – en met het ‘updaten’ van de wetgeving de consument beter te gaan beschermen. En die oproep had succes: netneutraliteit zou op initiatief van D66 worden vastgelegd in de Telecommunicatiewet, en ook op andere punten is deze wet bijgewerkt. Nederland is daarmee het tweede land in de wereld dat een ongestoorde toegang tot het internet wettelijk vastlegt, iets om trots op te zijn. Inmiddels heeft de Tweede Kamer in meerderheid vóór gestemd.
Het liberale kamerlid Afke Schaart (VVD), gek genoeg tegen ongestoorde en vrije toegang tot het internet, zaaide verwarring door te stellen dat het met het netneutraliteits-voorstel van D66 onmogelijk zou worden om spam en virussen nog langer tegen te houden. Ook zijn er enkele ideologisch gedreven internetproviders die graag, bijvoorbeeld minder zedelijke, delen van het internet willen kunnen filteren. Zij zochten de media op door te stellen dat de continuïteit van hun bedrijven in gevaar zouden komen, omdat hun filterproducten niet meer verkocht zouden mogen worden.
In dat geval heb ik goed nieuws: zolang het filter-gedeelte maar los van de netneutrale internetverbinding wordt aangeboden, zie ik niet in waarom het verboden zou worden om internetverbindingen te (blijven) filteren. Het staat een consument immers vrij om een bedrijf in te schakelen om een deel van de netneutrale internetverbinding, alsnog, te (laten) filteren. Dat kan niet alleen in het geval van spam, bij virussen maar ook om uiting te geven aan een ideologische opvatting: waarbij de provider bijvoorbeeld wordt verzocht om 18+sites te blokkeren.
Wat dus niet langer mag is een deel van de internetverbinding ongevraagd filteren of tariferen (extra geld vragen voor het gebruik van specifieke websites of bijvoorbeeld Skype): de verbinding moet neutraal worden aangeboden, en als extraa’tje zou dit soort bedrijven -maar alleen op verzoek van de klant en lós aangeboden van de internetverbinding- een extra filter in kunnen stellen, wat de klant natuurlijk ook goed zelf kan doen op zijn computer of een modem die dit ondersteunt.
Nu in Nederland wetgeving omtrent netneutraliteit is aangenomen, verwacht minister Maxime Verhagen een Europese discussie:
Geef een reactie