De Tweede Kamer ondervraagt mij vandaag over het gebruik van Big Data door banken. Dit is mijn zogenaamde “position paper”, waarin ik een standpunt inneem over het onderwerp:
Geachte voorzitter, geachte commissie, geachte aanwezigen,
Vandaag is reeds veel gezegd over de rol van banken in onze samenleving en het wettelijk kader waarbinnen zij moeten opereren en hun rol bij innovatie. Graag waag ik een poging om het thema in een ander perspectief te plaatsen.
We hebben het aan een Amerikaanse klokkenluider te danken dat termen als ‘big data’ en ‘metadata’, termen waar het grote publiek niet eerder zo massaal mee te maken heeft gehad, ‘trending topics’ zijn geworden in de Nederlandse media.
Overheden geven het verkeerde voorbeeld
Buitenlandse inlichtingendiensten en overheden verzamelen op grote schaal informatie over en communicatie tussen privépersonen, die volgens art. 12 van de Universele verklaring van de rechten van de mens, art. 17 het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten, artt. 7 & 8 van het Handvest van de grondrechten van de EU, art. 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en volgens art. 10 van onze Grondwet recht hebben op bescherming en eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer. Overheden die zo massaal privégegevens verzamelen en verwerken, geven niet bepaald het goede voorbeeld.
Niks te verbergen
Data, metadata en big data zouden niks zijn om je voor te schamen en we zouden niks te verbergen hoeven hebben, is wat een ongeïnformeerde burger zou kunnen concluderen in een tijdperk waarin het adagium “ik heb niks te verbergen” voor steeds meer mensen hun lijfspreuk is geworden, in mijn ogen een uiting van morele superioriteit middels extreme vorm van massa-exhibitionisme.
“Je hebt toch niks te verbergen?” mag je volgens eerdergenoemde wetgeving gerust beantwoorden met: “dat gaat jou helemaal niks aan”. Dat is een wetmatigheid die tot nu toe weinig, misschien wel te weinig, in uw Kamer is besproken. Des te meer complimenten voor de bijeenkomst van vandaag.
Steeds minder overgebleven privacy: digitale kinderlokkers?
Want helaas, we hebben in de praktijk ook steeds minder te verbergen. Door de steeds complexer wordende samenleving en de exponentieel groeiende hoeveelheid beschikbare informatie is er onder de gedigitaliseerde wereldbevolking een grote behoefte ontstaan aan eenvoud en relevantie. Die behoefte is zo groot geworden, dat het de core business en het meest bekende exportproduct is geworden van de startups in Silicon Valley, startups die veelal het volgende recept hanteren: als datastofzuiger verzamel je zo veel en privé mogelijke informatie, bewust — door er naar te vragen in ruil voor “digitale lolly’s”, stimuli — en onbewust — door in het grootste geheim gedragingen te registreren — over zo veel mogelijk individuen. Deze data stop je in geheime algoritmen. En deze algoritmen zorgen er vervolgens voor dat de gebruiker meer gemak, eenvoud, plezier en relevantie ervaart. Steeds meer bedrijven die dit model hanteren worden groter en succesvoller dan individuele bedrijven in de sector waar we vandaag over spreken.
@Pavlov
Met een glimlach ruilen we anno 2014 onze privacy in voor een like of een retweet, en inmiddels weet niemand meer in welke databanken zijn stukjes privacy staan opgeslagen — laat staan daar nog rechten op uit kan voeren.
Privacy onbruikbare term
Privacy is een term die we minder zouden moeten gebruiken: het is een concept dat niet is te zien als het aanwezig is, we zien (een gebrek aan) privacy pas als het aan verdwenen is — te laat. Het zou moeten gaan over vrijheid, autonomie en zelfbeschikking voor het individu. Jezelf mogen zijn, kunnen denken wat je wilt denken en zonder belemmering binnen de wet kunnen handelen. Daar kan iedereen zich wat bij voorstellen.
Vrijheid van meningsvorming?
Het is 2014, we leven te midden van datacollecties, die toenemen in aantal en omvang, Big Data, kunnen er voor zorgen dat je als jonge vrouw —zoals in het bekende voorbeeld— door internetadvertenties ontdekt dat je zwanger bent en dat een zoekmachine eerder en sneller weet dat je je leven wenst te beëindigen. Wie “ik wil graag “ intoetst bij de bekendste zoekmachine, ziet dat de zoekmachine de zoekopdracht aanvult met “zwanger worden” en “dood”. Daar komt het medisch beroepsgeheim niet bij kijken. Het verdienmodel van veel internetdienstverleners is ons zo lang mogelijk binden en boeien, zoveel mogelijk data verzamelen. onderwijl advertenties tonen en daar miljarden dollars aan verdienen.
Objectieve waarheid niet makkelijk te vinden
Objectiviteit is geen onderdeel van dat verdienmodel. Want we zijn geen klant van die ‘Big Stofzuiger databedrijven’. Meestal betalen we ze niet geldelijk en hebben we niks te zeggen over de voorwaarden en condities waarbinnen we zaken met ze doen. Het is ook maar de vraag of er überhaupt Europese regelgeving van toepassing is op hun activiteiten. Ze laten ons zien wat we willen zien, zodat we zo lang mogelijk met hun in aanraking blijven, en proberen ondertussen hun klanten tevreden te stellen: veelal adverteerders die geld over hebben om een boodschap op maat te projecteren op onze grijze massa, om onze toekomstige aankoopbeslissingen te beïnvloeden of onze mening over voor hun belangrijke onderwerpen te beïnvloeden. Het kan dus zijn dat onze data, onze privé-informatie, tegen ons wordt gebruikt.
Machteloosheid
Daar zijn steeds meer mensen zich van bewust, en toch doen de meeste mensen er niks tegen.
Privacybewustzijn
Toch is er iets veranderd. De reacties op de onduidelijke maar onzalige plannen van ING waren heftig. Het is me overigens dankzij de onhandige communicatie van dit bedrijf, nog steeds niet duidelijk wat ze precies van plan zijn. Wat ze ook van plan zijn of waren: alleen daarom al is het een onzalig idee. Innovatie in zo’n cruciale sector mag alleen gepaard gaan met eenvoud, overzichtelijkheid en volledige instemming van de betrokkenen.
Big Data voordelen banken
De voordelen van het gebruik van data door banken zijn zeker te bedenken zijn: zien dat iemands maandelijkse inkomen daalt, credit card schuld oploopt en het moment waarop de hypotheek niet meer te betalen valt nadert, is een goed moment om als bank in gesprek te gaan met je klant. Maar als er één sector is die zorgvuldig om moet gaan met de gegevens die het bij zich draagt en gaandeweg verzamelt, zich niet zomaar moet branden aan “big data experiments”, dan is het wel de sector die de wortels vormt van ons financiële bestaan. Maar over wie hebben we het dan? Alleen de banken?
Concurrentie van banken komt van alle kanten
In toenemende mate niet. Want er is een enorme verschuiving gaande binnen de wereld van ‘payment service providers’, de bedrijven die onze financiële transacties verwerken. Waren dat de banken, zijn dat in toenemende mate startups en bedrijven uit die ‘nieuwe wereld’ waar ik het over had: Google —met de Google Wallet—, Apple —in de App Store en met iBeacons—, Vodafone, die sinds kort contactloze pinbetalingen aanbiedt.
De ‘strijd’ is verloren
Terughoudendheid die we zouden moeten vragen van banken als het gaat om verzamelen, verwerken en gebruiken van privé-informatie, zijn deze en met name de eerste twee genoemde bedrijven al lang gepasseerd. Sterker nog: ze dienen in het Big Data-avontuur van onze banken ongetwijfeld als grote voorbeelden.
We moeten een “level privacy field” creëren voor alle bedrijven die een rol spelen bij de verwerking van onze financiële transacties. Als we dat niet doen, dan kunnen de partijen die meer met onze data doen wel eens gaan winnen als het gaat om gebruiksvriendelijkheid en betaalgemak, en het is nog maar de vraag of dat meer vrijheid, autonomie en zelfbeschikking voor de gebruikers op gaat leveren. En of het financiële systeem daar per se stabieler door wordt.
https://www.youtube.com/watch?v=De1OUpHk5u8
Geef een reactie