Heerlijk. Zo’n kast waar je instapt, een knopje indrukt en even later ben je gewoon vele meters hoger op de plaats waar je wezen moet. Maar niet voor iedereen. Dat meisje van vanmiddag in de lift, de angst in haar ogen. Ze vond het eng. Ze wilde liever niet in de lift stappen, maar ze moest wel. Ze moest denken aan haar examens en haar vriendje. Ze hebben ruzie gehad en iedereen wist het, omdat de luidsprekers in de gordijnen hingen en ze samen met haar werkgever de trappen aan het dweilen was. Dat laatste ging ook niet zonder slag of stoot: de tram wilde niet hard genoeg optrekken en bleef vervolgens hangen in de rotonde waar de andere fietsers zonder moeite onderdoor gingen.
Het lastigste voor haar was nog de kleine ruimte: twee, of nee misschien drie vierkante meters delen met een ander waar ze geen relatie mee heeft. Ze is vaak gekwetst in haar leven en eigenlijk wilde ze me niet aankijken. Maar ja, een gesprek voeren is anders knap lastig, en toch wilde ze me bedanken voor het open houden van de deur. Ze merkte dat ik het wist, door haar uitstraling te interpreteren, en omdat ik haar het gevoel gaf dat het goed zat liet ze me toe. Ze keek me aan.
En toen was het mijn beurt om m’n ogen te sluiten. Om te slapen. Ik was moe.
Geef een reactie