Terwijl de sirenes iedere dag loeien in Oekraïne en Israël, staat ons demissionaire kabinet op het punt om het Nederlandse luchtalarm weg te bezuinigen dat kort na de Tweede Wereldoorlog was ingevoerd om de bevolking te kunnen waarschuwen tijdens gevaarlijke situaties. Dit besluit, afgelopen vrijdag door het kabinet gepresenteerd als een ‘aanzienlijke’ kostenbesparing, bespaart per inwoner €0,75 per maand. Andere argumenten, gebaseerd op het bestaan van NL-Alert, houden bij een nadere bespreking geen stand en wijzen op een kortzichtige vorm van zuinigheid die onze veiligheid in gevaar brengt.
Allereerst zou NL-Alert op mobiele telefoons een groter bereik hebben dan het luchtalarm. Dit is een theorie die ervan uitgaat dat elke inwoner, inclusief kinderen en ouderen, een opgeladen telefoon heeft en deze dag en nacht naast zich houdt en aan heeft staan. Veel mensen kiezen er echter voor om hun mobiele telefoon ‘s nachts uit te schakelen of niet op hun nachtkastje te leggen. Dat is verstandig, want ‘s avonds de telefoon niet gebruiken verbetert de slaapkwaliteit. Ook de overheid zou het uitzetten en wegleggen van smartphones moeten aanmoedigen omdat het de gezondheid en productiviteit van de bevolking verbetert en leidt tot aanzienlijke kostenbesparingen en hogere belastinginkomsten door lager ziekteverzuim en minder zorgconsumptie. Maar als de sirenes worden afgeschaft, zal de overheid ironisch genoeg mensen juist moeten gaan adviseren om hun telefoon ‘s nachts altijd aan te laten staan op het nachtkastje omdat ze anders geen waarschuwing krijgen in geval van nood.
De regering gaat er ook vanuit dat het digitale NL-Alert een betrouwbaar alternatief is voor het analoge luchtalarm. Maar terwijl het 30 jaar geleden gemoderniseerde luchtalarm een week zonder stroom kan, zijn de batterijen van NL-Alert al na 30 tot 120 minuten leeg. NL-Alert kan ook veel gemakkelijker op afstand worden gehackt en is veel gevoeliger voor storingen. Dus ondanks dat NL-Alert theoretisch iets meer mensen kan bereiken, kan het ons in de ernstigste noodsituaties makkelijker in de steek laten, waardoor er helemaal niemand meer kan worden bereikt.
Volgens de regering is een ander voordeel dat NL-Alert ook informatie kan doorgeven. Iedereen die wel eens een NL-Alert heeft ontvangen weet echter dat deze informatie in de praktijk niet erg bruikbaar is, laat staan begrijpelijk voor de 2,5 miljoen laaggeletterden en anderstaligen, en dus geen vervanging is voor andere informatiekanalen. Bovendien kan directe informatievoorziening via NL-Alert ook een gevaar opleveren in situaties van nationale veiligheid, zoals oorlog. Vijandelijke partijen kunnen dankzij NL-Alert met een druk op de knop de hele bevolking ‘informeren’ met instructies die bedoeld zijn om de bevolking in gevaar te brengen. Dat risico is minder aanwezig wanneer het luchtalarm en meerdere beschikbare informatiekanalen zijn losgekoppeld.
Dit toont aan dat, in tegenstelling tot wat de regering beweert, het afschaffen van het luchtalarm helemaal geen goed idee is, maar een kortzichtige vorm van zuinigheid die onze veiligheid onnodig in gevaar brengt. Het is niet voor niets dat de overheid in Oekraïne en Israël, ondanks de beschikbaarheid van vergelijkbare technologieën, blijft vertrouwen op sirenes om burgers te waarschuwen die, volgens ervaringsdeskundigen uit die landen, ook nog eens 30 tot 60 seconden sneller zijn dan hun digitale tegenhangers—een niet te onderschatten voordeel wanneer elke seconde telt.
Het enige echte voordeel dat dan overblijft is de ‘aanzienlijke’ kostenbesparing van €0,75 per maand per inwoner. Ondanks dat alle beetjes helpen, is het misleidend om zo’n marginale besparing voor zo’n essentiële beveiligingsinfrastructuur te verkopen als een ‘aanzienlijke’ kostenbesparing, een bedrag dat bovendien gebaseerd is op het onderhouden van een bijna 30 jaar oud systeem, dat misschien ook een keer aan vervanging toe is. Een bijkomend voordeel van vervangen in plaats van afschaffen, is een nog beter bereik en langere batterijduur waar de ontwikkelaars van NL-Alert alleen maar van kunnen dromen, en lagere onderhoudskosten.
Met het afschaffen van het luchtalarm dat we na de Tweede Wereldoorlog hebben opgebouwd, besparen we dus nauwelijks geld, maar introduceren we grote gevaren waar we de gevolgen pas van kunnen overzien als het te laat is. We moeten ons daarom afvragen of de marginale besparingen waarvan we per maand niet eens een kopje thee kunnen kopen het waard zijn om onze collectieve veiligheid op het spel te zetten, of dat we voor dat bedrag beter kunnen kiezen voor voorzichtigheid en de veiligheid van een robuust waarschuwingssysteem.
Dit opiniestuk werd vandaag gepubliceerd in De Volkskrant.
Geef een reactie