Industria, de Technisch Bedrijfskundige Studievereniging van de Technische Universiteit Eindhoven, vroeg mij om een voorwoord te schrijven voor het Jaarboek 2009-2010:
Toen ik op m’n twintigste, zonder middelbare school-diploma, werd toegelaten tot de Universiteit van Amsterdam, ging een hele wereld voor mij open. Dít was dan het moment om eindelijk te gaan studeren, om te gaan doen waar zo’n beetje iedereen van zegt dat je er je wilde haren door verliest, met minstens 10x meer vrienden mee eindigt dan bij aanvang en waar je blijvende herinneringen en ervaringen opdoet en kennis waar je de rest van je leven veel aan zult hebben. Ipsa scientia potestas est.
Maar, herken je het volgende? Je loopt de collegezaal uit, nog best wel moe van de avond ervoor of een te korte nacht of te vroege ochtend, en je vraagt je af: waar doe ik dit allemaal voor? Waarom ben ik gaan studeren? Wat ga ik ‘s hemelsnaam doen later, waar en hoe zal ik het geld verdienen waarmee ik mijn kinderen op laat groeien? Ik wil niet vroeg opstaan. Ik wil in bed blijven liggen.
Grootspraak. De volgende ochtend sta je gewoon weer op, op weg naar de collegebanken. Trouw als een hond.
Op zestienjarige leeftijd mocht ik voor het eerst werken voor de directeur van een beursgenoteerd bedrijf. Hij vroeg mij hem te helpen bij het ontwikkelen van een visie op het gebruik van internet en online technieken binnen zijn branche. Mijn eerste vraag aan hem was: “Maakt u zélf wel eens gebruik van het internet?” – een visie moet je natuurlijk kunnen begrijpen om hem uit te dragen – het bleef stil aan de andere kant van de eikenhouten tafel. “Zou je me kunnen laten zien hoe dat werkt?”.
Ik had toen een jaar mijn eigen internetbedrijf, afgelopen augustus was dat zeven jaar geleden – al acht jaar ben ik op reis.
Regelmatig vragen ze me als spreker op hogescholen en universiteiten om mijn verhaal te vertellen. Het is het verhaal van hoe ik ondanks de ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’ cultuur in Nederland op m’n vijftiende een eigen bedrijf ben gestart waar inmiddels zo’n tien mensen werken, en er in geloof dat mensen op jonge leeftijd op zoek kunnen gaan naar het werk dat ze later met veel plezier en liefde uit willen voeren, en daar nu al mee kunnen beginnen als zelfstandig ondernemer of door het zoeken van een geschikte (bij)baan. En nee, dat is niet makkelijk. Makkelijk is het ontwijken van die vraag, dat komt later wel.
Vorige week las ik in de krant dat de komende jaren 20% meer boerderijen te koop gezet zullen gaan worden. Dat komt door de economische crisis, maar vooral de vergrijzing van de bevolking in Nederland is hiervan de oorzaak. De komende kabinetsperiode zullen meer dan een half miljoen werkenden uit de arbeidspopulatie stromen door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd (of door het, dat kan als je genoeg spaart in je leven) zat zijn die nog-niet bereikt te hebben) en dan wordt het tijd om de boerderij te verruilen voor een rollator.
Sorry, ik zal er niet zo cynisch over doen, want mijn moeder heeft er ook één.
Maar blijkbaar verlaten dus nu al grote aantallen mensen de beroepsbevolking, méér dan nieuwe jongeren die het arbeidsveld zullen betreden. Dat zal na de komende vier jaren niet snel minder worden. Tegelijkertijd wordt de samenleving steeds complexer door de komst van veel nieuwe technieken, in de industrie, op het gebied van communicatie en elders in de samenleving, en ondertussen maken de overgebleven babyboomers zich druk over het opvullen van de nieuwe topposities in het bedrijfsleven. Dat biedt veel kansen voor jonge afgestudeerden. Dít is dus het moment om, het liefst nog vóórdat je de universiteit verlaat, je kans te grijpen. Wat voor werk wil je verrichten? Waar word je blij van?
Wat ik hiermee wil zeggen is, dat als je dat écht wilt, dan is nú het moment aangebroken om na te denken over wat je ware ambities zijn, en er naar te gaan leven. Wil je een eigen bedrijf starten? Wordt het een functie als zzp’er voor meerdere bedrijven, om de loonlijst te ontwijken? Wil je nog een jaar naar het buitenland gaan om nieuwe kennis op te doen, en te ontdekken of je daar misschien wilt gaan wonen? Ook in loondienst biedt de arbeidsmarkt nu veel kansen voor talenten: schrijf gewoon de directeur aan van het bedrijf waar je graag zou willen werken, en beschrijf je droombaan of droom-startfunctie! Of doe natuurlijk iets anders waardoor je droom dichterbij komt.
Je bent nooit te jong om met je carrière te beginnen, te beginnen met het opbouwen van een mooi netwerk (is er iemand uit het bedrijfsleven die je graag een keer zou willen ontmoeten? Misschien is het vandaag wel een idee om een e-mail -minimaal een halve a4- te sturen, waarin je uitlegt waarom dat zo is en de betreffende persoon uitnodigt voor een lunch – op jouw kosten uiteraard) of toe te werken naar jouw droombaan, die bereik je meestal niet in één keer, namelijk.
Als je het nog niet zo goed weet, laat dan vrienden of andere mensen die je goed kennen je helpen. Waar in de samenleving zien ze jou tot je recht komen? Keuzes zijn bijna nooit definitief, wees niet bang om ze te maken! Als je de sprong in het diepe waagt en een carrièrekeuze maakt, kun je meestal nog een andere kant op.
De tijd vliegt, een mooi jaar is zó voorbij; wacht dus niet te lang!
Geef een reactie