UvA Startmagazine: Effectief studeren, zo doe je dat

Dit jaar heb ik meegewerkt aan de totstandkoming van het UvA Startmagazine: een magazine voor nieuwe eerstejaars studenten aan de Universiteit van Amsterdam. Lees hier het artikel over effectief studeren!

Of download hier het artikel in PDF-formaat.

Een opleiding volgen aan de Universiteit van Amsterdam betekent kiezen voor de intellectuele diepgang van een wetenschappelijke studie. En voor een omgeving die je kansen en ervaringen biedt, die tijdens je studie maar ook voor je toekomst van onschatbare waarde zijn. Als je gaat studeren verwacht de UvA van jou een actieve studiehouding.

Effectief studeren

Er is een aantal verschillen tussen leerling op het vwo en student zijn. Er worden andere dingen van je verwacht als je gaat studeren. Je bent dan bijvoorbeeld nog maar met één vak bezig en niet meer met heel veel verschillende vakken (natuurkunde, scheikunde, talen, informatica, etc). Op het vwo zat je het grootste deel van de week op school en maakte je thuis of in de studieruimte op school je huiswerk. Op de universiteit heb je meestal maar weinig zogenaamde contacturen (colleges en werkgroepen), dat is afhankelijk van de opleiding die je volgt, en wordt er van je verwacht dat je zelf (thuis of elders) de studiestof bestudeert.

Als student ga je zelfstandig aan de slag en dat brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Begeleiding kun je wel krijgen aan de Universiteit van Amsterdam, maar wordt vaak niet, zoals op school, vanzelf aangeboden.

Timemanagement

Als student moet je nogal wat tegelijk doen: studeren voor een tentamen voor het ene vak, een paper schrijven voor het andere vak, naar colleges gaan, je sociale contacten onderhouden, wat bijverdienen en ga zo maar door. Dat vereist dat je je tijd goed gebruikt en indeelt. Het is zaak een balans te vinden tussen studeren, ontspanning en overige verplichtingen en de juiste prioriteiten te stellen. Die balans kun je bereiken door een goede planning te maken.

Als je studeert is plannen onontbeerlijk. Zeker wanneer je van jezelf weet, dat je makkelijk neigt naar uitstellen van dingen die je minder leuk vindt om te doen. Plannen kan op zowel de lange als de korte termijn. In de studiegids en op het UvAweb kun je in principe vinden welk vak je in welk semester of blok hebt. Die planning is eigenlijk al voor je gemaakt. Ook is het verstandig om een planning binnen het semester te maken.

Vaak levert de opleiding al een studiehandleiding, met daarin bijvoorbeeld wat je van week tot week moet lezen ter voorbereiding van de colleges en werkgroepen. Daaraan kun je voor jezelf activiteiten toevoegen die je van tevoren kunt zien aankomen zoals werk, verjaardagen, verenigingsverplichtingen en dergelijke. De makkelijkste manier om zo’n planning te maken is om van achter naar voren te werken. Je weet ongeveer wanneer je tentamen hebt en daar trek je minimaal twee weken uitloop vanaf. Vervolgens ga je de leerstof in stukjes ‘knippen’ en verdelen over de weken naar het heden toe. Van daaruit kun je per week een schema maken met alles wat moet gebeuren. Als je dat prettig vindt, zou je dat zelfs per dag kunnen doen.

Wanneer je merkt dat je in een voor jou prettig studie- en levensritme bent gekomen, kun je overschakelen op een wat grovere planning. Wat je het beste wanneer kunt doen, verschilt van persoon van persoon en dat zul je voor jezelf moeten onderzoeken.

Als je een (gedetailleerde) planning gaat maken, is het van belang dat je prioriteiten stelt. Niet alles is even belangrijk of urgent om te doen.

Thuis studeren

Een belangrijk deel van een academische opleiding is het zelfstandig verwerken van grote hoeveelheden leerstof. Het is van belang om vanaf het eerste begin van een vak die leerstof ‘bij te houden’, omdat het anders, vlak voor het tentamen, al snel te veel wordt en je het niet meer kunt ‘behappen’. Ook is het niet zinvol, en vaak ook ondoenlijk, om alle leerstof van voor naar achteren door te lezen (en weer terug).

Bekijk als je aan een boek of syllabus begint de titel, de ondertitel, lees de achterflap, bekijk de inhoudsopgave (daar vind je hele belangrijke aanwijzingen voor wat ‘men’ erg belangrijk en minder belangrijk vindt aan de leerstof!). Je leest de literatuuropgave door en bedenkt of je bepaalde boeken of artikelen al gelezen hebt.

Tot slot blader je het boek globaal door en onderzoek je wat de structuur ervan is, je leest de tussenkoppen, bekijkt de illustraties, kaders, enzovoorts. Als je dat allemaal gedaan hebt, heb je je voorkennis geactiveerd en heeft de nieuwe leerstof die je in de volgende fase tot je gaat nemen, meer kans om te ‘blijven hangen’ in je hoofd.

Dan kun je echt beginnen met lezen. Hou wel die voorkennis in je achterhoofd. Niet alles wat je leest is even belangrijk. Soms geeft een auteur slechts een illustratie ter voorbeeld van iets uit zijn betoog. Het is dus belangrijk om hoofd- en bijzaken te onderscheiden.

Datzelfde geldt voor het onderscheiden van feiten en meningen, wat niet wil zeggen dat je meningen moet laten voor wat ze zijn. Een tentamenvraag kan best zijn: “Hoe beoordeelt Karsten de theorie van Dors over het verschijnsel ‘etnische segregatie in het onderwijs?’”

Tijdens het lezen of bestuderen van een tekst kun je een aantal dingen doen, om de inhoud ervan inzichtelijk en ‘leerbaar’ voor jezelf te maken. Zo kun je met een marker in verschillende kleuren de belangrijkste zaken markeren. Ook kun je losse aantekeningen op een blad apart maken. Of je kunt de tekst in een schema zetten en dat leren.

Let bij het maken van zo’n schema op bepaalde signaal- en verwijswoorden die de auteur gebruikt. Die geven namelijk het soort tekstverband aan, zoals bijvoorbeeld ‘oorzaak-gevolg’. Verder is het bij veel opleidingen erg zinvol om direct bij aanvang van een vak, oude tentamens op te vragen en die globaal te bestuderen zodat je weet op welke manier de tentamenvragen om de kennis uit de opgegeven leerstof gaan vragen.

De kracht van herhaling

Voor wat voor soort schema je ook kiest, wanneer je het gemaakt hebt voor een stuk tekst, is het zaak te gaan leren. Dat doe je het efficiëntst door te herhalen. Wanneer je een hoofdstuk of een aantal paragrafen geleerd hebt door er een schema van te maken, is het verstandig om daarna even een korte pauze in te lassen en daarna ook kort (bijvoorbeeld vijf minuten) dat hoofdstuk te herhalen. Probeer zulke porties leerstof te kiezen, dat je er ongeveer drie kwartier mee bezig bent. Daarna kun je doorgaan met het volgende blok leerstof van ongeveer vijfenveertig minuten en deze cyclus herhalen.

De dag erna begin je met het kort herhalen (ongeveer vijf minuten per bestudeerd ‘blok’) van het schema van de vorige dag, voordat je verder gaat met het bestuderen en schematiseren van nieuwe leerstof. Ook wanneer je niet van plan bent om met nieuwe leerstof verder te gaan op een bepaalde dag, is het aan te raden om de bestudeerde stof van de vorige dag wél kort te herhalen. Na een week herhaal je elke dag in ongeveer een kwartier de stof van de week ervoor. Dat kun je, als de collegeperiode lang genoeg is, ook nog per maand doen.

Vlak voor het tentamen, zeg een week, besteed je je studietijd alleen nog maar aan herhalen en is het verstandig als je ervoor zorgt, dat je dan geen nieuwe stof meer hoeft door te nemen. Met deze manier van werken zie je de stof vijf of zes keer voorbij komen. Daarom is het een goede aanpak kom leerstof van je kortetermijngeheugen naar je langetermijngeheugen over te hevelen. Het lijkt misschien bewerkelijk, maar loont uiteindelijk wel.

En op een gegeven moment kom je achter je eigen leerstijl. Voor sommige mensen is het één of twee keer grondig doorlezen van de collegesheets en leerstof voldoende om iets goed te onthouden voor het tentamen. Als dat zo is, dan is dat heel fijn om op een gegeven moment achter te komen. Maar voor iedereen die meer moeite heeft met het goed onthouden van leerstof, is het beter om ‘over the top’ te beginnen aan het begin van het studiejaar.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *