Internet is een mooi geschenk. Voor een controlerende overheid.

“Het internet is de enige overgebleven plek waar mensen kunnen leven in vrijheid. Niet gehinderd door beperkingen: body scans, preventieve fouilleeracties, (geluidsopnemende) camera’s. Preventieve dnavingerafdrukvoetprintchipinjeduimovchipkilometerheffingkastjeikhebniksteverbergen zoals begin deze eeuw tref je er niet aan. Informatieuitwisseling op het internet wordt goed beveiligd: naast het offline briefgeheim kennen we sinds 2057 ook het tcp/ip-geheim en moet een Officier van Justitie eerst een machtiging hebben van een rechter-commissaris voordat een website offline gehaald mag worden. Bewaarplicht en grote databanken met privacybeperkende informatie bij ISP’s is wettelijk afgeschaft, er mag alleen nog maar specifiek getapt worden na toestemming van diezelfde rechter-commissaris. De overheid bespaart sinds kort geld met het gebruik van computers en digitale netwerken. Was-dat-maar-waar.”

Toen ik op m’n negende -of was ik al tien?- voor het eerst in aanraking kwam met internet, heb ik niet kunnen weten dat iets wat alleen op mijn beeldscherm bestond (na het aanhoren van een verschrikkelijke verzameling van pieptoontjes) mijn leven later zo erg zou gaan bepalen. En gaan controleren. Ik ben nu drieëntwintig jaar, oprichter van een hostingprovider en overal waar ik om me heen kijk bevindt zich het web. Het web aan informatie wat wij om ons heen hebben gebouwd, dat netwerk dat ooit alleen toegankelijk was voor mensen met een telefoonlijn en een modem. Anno 2010 gebruiken we het internet om te bellen. De wereld op z’n kop.

Toen ik op mijn 20e besloot om naast mijn drukke baan de studie Rechtsgeleerdheid te gaan volgen aan de Universiteit van Amsterdam, realiseerde ik me niet dat het internet centraal zou gaan staan in mijn studie. Ik dacht juist er goed aan te doen om een opleiding te gaan volgen, iets te gaan doen in mijn leven, waar het internet NIET centraal stond. Pijnlijke, maar interessante vergissing. Bij steeds meer juridische vraagstukken komt een stukje internet kijken. E-mail als bewijslast, Twitter als podium voor al dan niet beledigende en bedreigende uitspraken. Een internetverbinding als ondergrondse tunnel om een bankkluis mee open te kraken. Een online hotel waar mede-gasten worden beroofd van hun digitale bezittingen. De DSB Bank die het leven laat, en klanten die door een onbereikbare website niet bij hun geld kunnen. Daarnaast ontstaan er steeds meer mogelijkheden om digitaal te procederen bij rechtbanken en gerechtshoven. Ook advocatenkantoren moeten er aan geloven. En dat is pas het begin.

Ondertussen stortte ik me de helft van de week op consultancy voor andere bedrijven. Internet, sociale media, online marketing moest en zou overal worden ingevoerd. Met de komst van iPhones en Blackberry’s en flat-feeabonnementen werd mobiel internet gestimuleerd. Inmiddels zijn die apparaten en hun gebruik zó populair geworden, dat er miljoenen euro’s en dollars per maand worden omgezet in apps en bestellingen bij webshops die via de steeds mooier en duurder wordende apparaatjes binnenkomen, met overbelaste mobiele netwerken tot gevolg. Het is tijd om de flat-feeabonnementen om te zetten in abonnementen waarmee ook de toekomst en groei van een stabiel mobiel netwerk wordt gewaarborgd.

Weinig mensen weten af van de ontstaansgeschiedenis van het internet. Het lijkt nogal wat, een kabel die in iedere meterkast tevoorschijn komt waarmee je verbonden bent met je buren en de rest van het internet. Landelijke, zelfs pan-Europese dekking via je mobiele telefoon. Veel mensen, ik was heel verbaasd om daar achter te komen, denken zelfs dat ze internet te danken hebben aan inspanningen van de overheid want ja, kijk maar in de krant, daar is iedere week wel een uitspraak te lezen van een minister of parlementariër waar het woord ‘internet’ in voorkomt. En dan te bedenken dat het enkel aan universiteiten en het bedrijfsleven te danken is dat we nieuws gemiddeld 12 uur sneller kunnen ontvangen dan wanneer we afhankelijk zouden zijn van papieren ochtendbladen.

Met de komst van sociale websites als Facebook, Hyves, Twitter, Flickr, Youtube en grote weblogs en fora, is zichtbaar geworden dat het internet voor meer gebruikt kan worden dan privé-communicatie via e-mail of in een Skype-gesprek. We kunnen allemaal meekijken met de miljoenen tweets, weblogberichten, online profielen en audio- en videomateriaal. En daar gaat het fout, want ook de overheid ziet het belang en de invloed van het openbare internet met de dag groeien. En er is veel onveiligheid. En criminaliteit. Buiten op straat. En wat doe je dan?

Middels nieuwe wetten en regels worden steeds meer gegevens verzameld van internetgebruikers en opgeslagen in grote databanken. De muziek- en filmindustrie, onder leiding van Stichting BREIN, probeert de vrijheid van internetters te beperken door te pleiten voor een actief filtersysteem, waarmee beperkingen opgelegd worden op alle internetverbindingen. Want het zou kunnen zijn dat u misschien een keer iets doet wat in de ogen van grote commerciële winstgevende platenmaatschappijen (heeft u nog een platenspeler?) misschien fout zou kunnen zijn. En dat terwijl downloaden voor thuisgebruik in Nederland legaal is, en goed geregeld via de thuiskopieregeling die misschien aan een opknapbeurtje toe is. Maar het gaat om de artiest, zeggen de miljoenenwinstmakende platenmaatschappijen.

Gelukkig hebben Bits of Freedom, een stichting die opkomt voor jouw vrijheid en privacy op internet. En providers als XS4ALL, die niet schromen de beste advocaten in te huren en tot aan de Hoge Raad de juridische strijd aan te gaan voor het laatst stukje overgebleven vrijheid op het internet.

Dit stuk schreef ik op verzoek van XS4ALL.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *