Overheid moet baankans van alle studies publiceren

Als je werkloos bent, zou het natuurlijk voor de hand liggen om een baan te accepteren die misschien wat minder goed bij je past – maar vaak stuit dit op allerlei praktische bezwaren, of berekent een rechtseconoom tot achter de komma dat vier dagen per week werken minder geld in het laatje brengt dan werkloos spelen op de Wii.

Er zijn steeds meer werklozen in Nederland. De werkloosheid stijgt nog steeds, blijkt uit cijfers van vorige week.

Werkloosheid is iets anders dan een tekort aan banen. Er zijn meer dan honderdduizend openstaande vacatures. De vooruitzichten zijn eenduidig: er ontstaat de komende jaren een groot tekort aan technici, ICT’ers, technisch ingenieurs en monteurs, en het is ook zoeken naar productieoperators, beroepschauffeurs, ICT-projectmanagers en ambachtslieden als lassers, timmerlieden, loodgieters, opticiens en pianostemmers.

Het échte probleem is niet werkloosheid, maar een structurele mismatch tussen vraag en aanbod op de Nederlandse arbeidsmarkt.

Er staan honderdduizend vacatures open. Waar zijn dan de mensen? De werklozen zijn de jongeren die aan het begin van hun carrière staan; ze zijn verkeerd geschoold, of hebben de arbeidsmarkt betreden met een verkeerde voorstelling van zaken, bijvoorbeeld omdat er helemaal geen vraag is naar afgestudeerden in je studie.

Kun je dit deze jongeren kwalijk nemen? Ze worden aan het eind van de middelbare school geconfronteerd met de meest onmogelijke keuze van hun leven; ze hebben duizenden studies om uit te kiezen. Deze keuze is bepalend voor de rest van je leven. Zo zijn er alleen al meer dan 750 verschillende mbo-opleidingen in Nederland. En dan zou je ook nog eens de kans op een baan of een gebrek eraan moeten voorzien op de lange termijn – terwijl de zoektocht naar een kamer in je studentenstad nog niet eens begonnen is?

Nee, dit stokje ligt overduidelijk bij de overheid. Zij gaat over onderwijs, de arbeidsmarkt en de dynamiek tussen die twee sectoren.

Het wordt tijd om het échte probleem te benoemen: de mismatch tussen gekozen opleidingen en beschikbare banen. Daarom stel ik een energielabel voor studies voor – niet om duidelijk te maken hoe energiezuinig ze zijn, maar om de banenkans in de toekomst inzichtelijk te maken, door aan te duiden hoeveel energie het vinden van een baan zal kosten.

Dan weten studenten écht waar ze aan beginnen.

Dit artikel is vandaag gepubliceerd in NRC Handelsblad.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *