“We zouden ondernemerschap moeten loskoppelen van het hebben van een bedrijf en het meer moeten zien als een gezonde set persoonlijke en sociale vaardigheden”

Jonge schoolverlaters en de arbeidsmarkt, dat is het onderwerp van dit magazine. Wat verwachten jongere carrièrestarters van de wereld? Wat bieden ze hun werkgever en vice versa? Sluiten onderwijs en arbeidsmarkt in de 21ste eeuw op elkaar aan? Om met de deur in huis te vallen; ik denk dat het antwoord een simpel NEE is. Het onderwijs en de arbeidsmarkt in Nederland sluiten niet goed op elkaar aan. Dat heeft verschillende oorzaken: de jongeren zelf en hun weinig realistische carrièreplanning, de overheid, de onderwijsinstellingen en – jawel – het bedrijfsleven.

Over de ‘jeugd van tegenwoordig’ wordt al decennia geringschattend gesproken. Dit is vaak niet onterecht en het geldt ook voor de schoolverlaters en afgestudeerden die nu de arbeidsmarkt betreden. Hun probleem is in één woord te vatten: relevantie. Er gebeurt weinig op school wat op korte termijn relevant voor ze is. Zij hebben namelijk ‘alles’ al. Deze groep wordt ook wel de ‘confettigeneratie’ genoemd, want ‘het leven is één groot feest’. Het gevolg is dat ze vaak niet bewust (kunnen) kiezen voor een studie en bij andere grote levensvragen, het wordt door de toenemende keuzemogelijkheden (ook wel option paralysis genoemd) ook steeds moeilijker. En hebben ze de studie eenmaal afgerond, dan stelt de arbeidsmarkt eisen waar ze ‘geen zin in hebben’ en ‘geen energie in willen steken’. Het grappige is dat veel van hen wél overlopen van ambitie, vaak geïnspireerd door een droom of het succes van een ander. Om een seconde later te denken ‘maar, dat kan ik toch nooit bereiken’. Veel jongeren beseffen niet dat veel carrièredromen wèl de werkelijkheid kunnen worden, en wat ze daarvoor kunnen doen (en laten).

Ik ben wat streng. Uitzonderingen zijn er natuurlijk ook in deze generatie. Dit magazine is een soort zoektocht naar het antwoord op de vraag of de samenleving met deze jongeren iets mee kan? Uiteindelijk zijn ze hard nodig op de werkvloer. Hun brede blik, hun vermogen om out of the box te denken, hun enthousiasme als ze eenmaal ergens voor gaan. Mijn stelling is dat onderwijs, overheid en bedrijfsleven jongeren meer moeten prikkelen om hun eigen grenzen te verleggen. Zij moeten op alle fronten investeren in het motiveren en opleiden van jongeren. Niet alleen tijdens de opleiding, maar ook op het moment dat ze de arbeidsmarkt betreden. Want zoveel weet ik wel: startende werknemers zijn kneedbaar. Als je in ze investeert en ze voelen dat, dan gaan hun ogen vanzelf twinkelen. Zomaar iemand loslaten in het bedrijf werkt niet. Ik adviseer dan ook altijd om een goed coachingtraject op te zetten: vertel hoe alles werkt in het bedrijf en wat belangrijk is. Als je door dit magazine bladert, merk je dat dit in de ICT vaak voorkomt. Waarschijnlijk omdat de sector relatief jong is, waarin veel op de werkvloer wordt uitgevonden. Learning by doing.

Even een stapje terug. De kwaliteit van de opleidingen waar de jongeren worden klaargestoomd voor de arbeidsmarkt. De deflatie van het onderwijs is een grote zorg. Meer mensen worden steeds hoger opgeleid met hetzelfde budget. Ik geloof niet dat dit een stabiele vorm van kwaliteit oplevert. Ik hoor ook te vaak geluiden dat talent Nederland verlaat om elders topstudies te volgen, de overheid stimuleert het zelfs. Zijn ze eenmaal weg, dan zie je zulke mensen nooit meer terug. En de economie moet het juist hebben van innovatieve talenten.

Ik pleit voor een strengere selectie aan de poort, hogere collegegelden en minder studiefinanciering, op basis van een sociaal leenstelsel zodat mensen die het niet kunnen betalen, dat ook niet hoeven te doen. Zo houd je het systeem voor iedereen toegankelijk. Ik maak me hiermee niet populair bij studenten, maar dit is wel de manier voor universiteiten en hogescholen om écht talent binnen te halen. De overheid moet op haar beurt studenten minder beknotten met allerlei regeltjes en hen meer vrijheid geven als ze ondernemerschap tonen. Een student die 1 euro teveel verdient in een jaar, wordt tot wel €300,- per maand gekort op z’n studiefinanciering voor de rest van het jaar. Ondernemerschap wordt zo bestraft en in de kiem gesmoord. Want waarom zou een student ondernemend zijn als na de korting op de studiebeurs het bedrag onder een negatief bedrag vormt?

Onderwijsinstellingen moeten ook hun aanbod verbreden. Op alle opleidingsniveaus. Goede loodgieters zijn nauwelijks meer te vinden. Laatst is me uitgelegd hoe de vakopleiding voor loodgieters er tegenwoordig uitziet. De man kon vroeger stagiairs kiezen uit acht opleidingslagen. Nu heeft hij de keuze uit slechts één klas. Hij heeft daarom zelf maar een opleiding opgezet. Kijk, dat is marktgericht denken. In de ICT hebben veel ondernemingen ook uitgebreide traineeships. Bij mijn nieuwe consultancybedrijf New Team lopen een paar van de meest begaafde en ambitieuze twintigers rond om aan strategische adviestrajecten te werken op het allerhoogste niveau. Grote bedrijven hebben daar behoefte aan: ze weten niet zo goed raad met jongeren en de nieuwe technieken zoals internet en social media die die generatie met zich mee heeft gebracht. Als jong iemand op het allerhoogste niveau meedenken en adviseren, leer je alleen door het vanaf dag 1 te doen. Beginnende medewerkers gaan daarom meteen met een partner op pad naar de moeilijkste opdrachten.

Ik geloof heilig in de kracht van ondernemend denken en werken als kernkwaliteit van werknemers. Of ze nu een eigen bedrijf hebben of niet. Ik zie ondernemerschap als een set vaardigheden die iedereen zou moeten ontwikkelen. Want ondernemende werknemers kunnen het bedrijfsleven van binnenuit veranderen.

Nu is leren op de werkvloer niet geschikt voor elk bedrijf. Daarom denk ik ook dat er meer moet gebeuren in het voortraject. Ik zou graag een opleiding Ondernemen ontwikkeld zien. Dat kan alleen door een leerbedrijf op te zetten, een echte onderneming die studenten en medewerkers verhuurt aan het bedrijfsleven. Zo leren de jongeren op de werkvloer en verdient de opleiding zichzelf terug. Bedrijven kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Zij zouden personeel niet langer onder werktijd op te leiden, maar studenten al tijdens hun opleiding in dienst kunnen nemen. En ze kunnen direct investeren in consultancyopdrachten. Het geld dat daarmee wordt verdiend vloeit terug in de opleidingskas. Zo ontstaat een mecenassysteem waarin automatisch kan worden geïnvesteerd in goed onderwijzend personeel En de student?! Die heeft er tijdens zijn studie een practicum bij. Laat hem zelf onderwijs en vakken inkopen. Laat hem onderhandelen met zijn budget en als het fout gaat leert hij ook daarvan. Dat is ook mijn laatste advies aan de ondernemer. De nieuwe generatie werknemers kent geen of weinig grenzen. Ze houdt niet van structuur, dat werkt verlammend. Toch gaan recruiters van grote bedrijven soms laakbaar om met mensen die het tempo van de organisatie niet volgen en niet automatisch aan de staandaardeisen voldoen. Zij pamperen talent onvoldoende en geven nauwelijks impulsen aan creativiteit. Alles met mate, maar geef de jeugd de ruimte. Je zult merken dat het werkt!

Dit voorwoord schreef ik op verzoek van de Kamer van Koophandel

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *