Eens in de zoveel tijd komt de discussie terug. Soms gaat hij over stemcomputers, deze keer weer over thuisstemmen met een laptop of smartphone. Stemmen met een rood potlood zou ‘achterhaald’ zijn, roepen technologie-aanbidders. In tegenstelling tot wat zij roepen is het rode potlood nog steeds dé veiligste én goedkoopste stemmethode die er bestaat.
Toch wil Burgemeester Aboutaleb Rotterdammers op 30 november met hun DigiD via internet laten stemmen bij een referendum over de sloop van huurwoningen. Hij zegt het stemgeheim te kunnen waarborgen, maar beantwoordt vragen hierover niet.
In tegenstelling tot wat Aboutaleb beweert, is het stemgeheim helemaal niet te waarborgen als hij burgers via internet laat stemmen. Door te stemmen met DigiD kan achterhaald worden waar welke burger op heeft gestemd, terwijl dat volgens de Grondwet geheim zou moeten zijn. Natuurlijk kun je proberen het systeem zo te ontwerpen dat een stem niet herleidbaar is naar een burger, maar dat valt niet te garanderen en controleren.
Daarnaast is de kans groot dat kwaadwillenden een computervirus zullen maken dat gebruikt wordt om mensen hun stemkeuze te manipuleren of zelfs om door te dringen tot het centrale stemsysteem en daar de uitgebrachte stemmen ontraceerbaar aan te passen. Om nog maar niet te spreken over de onbeheersbare kosten die ongetwijfeld gepaard zullen gaan met de aanschaf en het onderhoud van dit ICT-systeem.
Maar ik ben nog steeds het meest gecharmeerd van fysieke stemhokjes omdat je daar als kiezer helemaal zelf kunt bepalen op wie of wat je stemt. Door mensen thuis te laten stemmen kan dwang of een beloning gebruikt worden om iemand zijn DigiD-inloggegevens af te laten staan of een bepaalde stemkeuze af te dwingen. Daarom zou het maken van foto’s in stemhokjes, de zogenaamde ‘stemfie’, verboden moeten worden. Zo’n stemfie kan gebruikt worden om te controleren of mensen die gedwongen of beloond een bepaalde stemkeuze maken, wel echt de juiste stem hebben uitgebracht. In België is het maken van foto’s in stemhokjes al verboden. Wie daar toch een foto van zijn stemlijst neemt, zoals bijvoorbeeld Alexander Pechtold in Nederland deed tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in 2014, riskeert een boete van 3.000 euro.
Geen online stemmen en stemfies dus. Is het dan misschien een goed idee om stemcomputers in de stemhokjes te plaatsen? Nee, waarom zou je dat willen? Die stemgadgets, met een prijskaartje van 200 miljoen euro plus jaarlijkse kosten voor updates en onderhoud, lossen geen enkel probleem op. Fysieke medewerkers in het stembureau blijven nodig. Het enige dat een stemcomputer vervangt zijn de rode potloden en het enige dat online stemmen veroorzaakt is kopzorgen.
Maar ja, ook politici zijn mensen. En de mens is nou eenmaal gek op gadgets. Dat is waarschijnlijk de reden waarom we straks online kunnen stemmen. Ondemocratisch, niet te beveiligen en tegen het advies van deskundigen in. Hopelijk bewaren ze deze keer wél het bonnetje.
Geef een reactie