Arresten Contractenrecht (2)

Eind vorig jaar besprak drie reeksen arresten die van grote betekenis zijn gebleken voor het Burgerlijk Recht, meer specifiek het Aansprakelijkheidsrecht. Kort geleden ben ik begonnen met het bespreken van belangrijke arresten op het gebied van het Contractenrecht. Dit is deel twee van deze reeks besprekingen.

NJ 1999, 652, Ameva/Van Venrooy
Werknemer tekent verklaring waarin hij instemt met de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. Kort daarna protesteert hij hiertegen. Enkele maanden later wordt de arbeidsovereenkomst alsnog beëindigd door de kantonrechter. Werknemer vordert nu het loon tot aan de ontbinding voor de Ktr en stelt dat hij niet aan zijn verklaring kan worden gehouden omdat er sprake is van misbruik van omstandigheden door de werkgever en hij niet in alle vrijheid zijn wil heeft kunnen bepalen. De Hoge Raad bepaalt dat in een dergelijke situatie van misbruik van omstandigheden met name het geval zal zijn indien de werkgever 1) wist of had behoren te weten dat de werknemer door bijzondere omstandigheden (zoals door afhankelijkheid of onervarenheid) bewogen werd tot het geven van die instemming en 2) hij desondanks de instemming van de werkgever bevorderde terwijl hetgeen hij wist of had moeten begrijpen hem had behoren te weerhouden.

NJ 2004, 141, H. c.s./R. c.s.
Misbruik van omstandigheden is één van de vier wilsgebreken die het Nederlandse Recht kent (naast dwaling, bedreiging en bedrog). In casu verkoopt een 82-jarige man (die zowel lichamelijk als geestelijk achteruit ging) zijn loods voor een prijs die ver onder de marktwaarde ligt aan iemand waar hij een vertrouwensrelatie mee had. De koop werd geïnitieerd door de koper. Ook heeft de koper de loods (met ondergrond) niet laten taxeren als bouwgrond maar als een in gebruik zijnde schuur wat ook weer in het nadeel was voor de verkoper. De Hoge Raad is van mening dat het door deze omstandigheden zo erg voor de hand ligt dat er sprake is van misbruik van omstandigheden, dat het Hof wordt teruggefloten. Het Hof heeft volgens de Hoge Raad de feiten onvoldoende in elkaars samenhang gezien en de feiten louter als losstaande feiten beoordeeld.

NJ 2000, 730, Océano/Murciano Quintero
In dit arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen bepaalt de rechter dat een forumkeuzebeding, een bepaling uit overeenkomst of algemene voorwaarden waarin bepaald wordt welke rechter (in welke stad/welk land) bevoegd is kennis te nemen van geschillen, ambtshalve getoetst mag worden aan redelijkheid en billijkheid. Dit moet consumenten – vaak weinig wetende van het recht en al de ‘zwakke’ partij bij overeenkomsten – beschermen. Ambtshalve toetsen houdt in dat de partijen niet specifiek hoeven te vragen om de toetsing, dat de rechter dat uit hoofde van zijn ambt – omdat hij nou eenmaal rechter is – mag doen.

NJ 2000, 207, Geurtzen/Kampstaal
Is art. 6:233 jo. 6:234 lid 1 BW limitatief bedoeld? De tekst van het artikel en de parlementaire geschiedenis duiden er op dat dit wel het geval is. Desondanks moet dit artikel praktijkgericht worden uitgelegd. Dat betekent dat indien partijen bekend waren of geacht bekend te zijn met de algemene voorwaarden de nietigheid hiervan niet ingeroepen kan worden. Ook kunnen er zich volgens de Hoge Raad situaties voordoen waarin een beroep op dit artikel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

NJ 1993, 287, Felix/Aruba
Wanneer mag je er vanuit gaan dat een overheidsfunctionaris de overheid vertegenwoordigt? In onderhavige arrest meent de Hoge Raad dat ‘Felix’ er op mocht vertrouwen dat de luchthavenmeester de overheid mocht binden aan een overeenkomst, mede gelet op de specifieke omstandigheden van het geval en de redelijkheid en billijkheid, alsmede de onduidelijkheid, onoverzichtelijkheid of ontoegankelijkheid van de regelingen waaruit Felix op kon maken of de luchthavenmeester wel aldan niet de overheid mocht vertegenwoordigen en binden. Gerechtvaardigd vertrouwen.

NJ 1977, 521, Stolte/Schiphoff (Kribbebijter, ook wel Kribbenbijter-arrest)
Kan iemand die ten behoeve van een opdrachtgever een overeenkomst sluit met een derde (zonder dit te melden), schadevergoeding uit wanprestatie eisen van deze derde en rechten voortvloeiende uit de overeenkomst geldend maken? De Hoge Raad bepaalt in dit arrest van wel. Wetende dat iemand namens een opdrachtgever handelt is niet per se voldoende om uit te sluiten dat die persoon in eigen naam is opgetreden. Inmiddels is dit in de wet geregeld.

In verband met een geringe inspanning bij het bestuderen van ieder arrest afzonderlijk, kan het zijn dat bovenstaande samenvatting niet geheel nauwkeurig is en/of onjuistheden bevat. Verbeteringen of aanvullingen verneem ik graag per e-mail!

4 reacties op “Arresten Contractenrecht (2)”

  1. Peter Adriaens

    Hallo,

    Met betrekking tot het onderstaande arrest:

    NJ 1977, 521, Stolte/Schiphoff (Kribbebijter, ook wel Kribbenbijter-arrest)
    Kan iemand die ten behoeve van een opdrachtgever een overeenkomst sluit met een derde (zonder dit te melden), schadevergoeding uit wanprestatie eisen van deze derde en rechten voortvloeiende uit de overeenkomst geldend maken? De Hoge Raad bepaalt in dit arrest van wel. Wetende dat iemand namens een opdrachtgever handelt is niet per se voldoende om uit te sluiten dat die persoon in eigen naam is opgetreden. Inmiddels is dit in de wet geregeld.

    De volgende aanvulling; het is geregeld in boek 7 artikel 419 Burgelijk Wetboek.

  2. Peter Adriaens

    Hallo,

    Met betrekking tot het onderstaande arrest:

    NJ 1977, 521, Stolte/Schiphoff (Kribbebijter, ook wel Kribbenbijter-arrest)
    Kan iemand die ten behoeve van een opdrachtgever een overeenkomst sluit met een derde (zonder dit te melden), schadevergoeding uit wanprestatie eisen van deze derde en rechten voortvloeiende uit de overeenkomst geldend maken? De Hoge Raad bepaalt in dit arrest van wel. Wetende dat iemand namens een opdrachtgever handelt is niet per se voldoende om uit te sluiten dat die persoon in eigen naam is opgetreden. Inmiddels is dit in de wet geregeld.

    De volgende aanvulling; het is geregeld in boek 7 artikel 419 Burgelijk Wetboek.

  3. khalid

    sowieso leuk dat je dit doet, erg handig, bedankt daarvoor.

    volgens mij moet er iets gewijzigd worden bij ameva van venrooij
    op het laatst moet het woordje werkgever vervangen worden door werknemer

    zie dit stukje :

    hij desondanks de instemming van de werkgever bevorderde terwijl hetgeen hij wist of had moeten begrijpen hem had behoren te weerhouden.

    groetjes,

  4. khalid

    sowieso leuk dat je dit doet, erg handig, bedankt daarvoor.

    volgens mij moet er iets gewijzigd worden bij ameva van venrooij
    op het laatst moet het woordje werkgever vervangen worden door werknemer

    zie dit stukje :

    hij desondanks de instemming van de werkgever bevorderde terwijl hetgeen hij wist of had moeten begrijpen hem had behoren te weerhouden.

    groetjes,

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *