Op verzoek van TROS In Bedrijf schreef ik onderstaande column, die vandaag te horen was op Radio 1:

De afgelopen weken stonden in het teken van de online wereld: virtuele bedreigingen, files met opstoppingen voor digitale bankkantoren, luchtvaartmaatschappijen en krantensites tot gevolg, het Associated Press-bericht op Twitter dat Barack Obama iets overkomen zou zijn in het Witte Huis –met een kortstondige beursval tot gevolg–, en dat zijn alleen nog de berichten die ons weten te bereiken. Wie weet welke organisaties nog meer getroffen zijn? Als klap op de vuurpijl is het digitale legitimatiesysteem van de Rijksoverheid, DigiD, al dagen achtereen onbereikbaar. En dit is slechts het begin.

Het lijkt misschien toeval, maar de cijfers liegen er niet om: de afgelopen jaren steeg het aantal cyberaanvallen met 300% en alleen al afgelopen maand was een stijging merkbaar van bijna 100% ten opzichte van een maand eerder. Wat moeten Nederlandse ondernemers en burgers met deze informatie?

Sinds het begin van de aanvallen heeft Politie noch het Openbaar Ministerie nocht de Regering één verklaring doen uitgaan, terwijl allang meer bekend is over de herkomst, intensiteit van en het mogelijk verband tussen de aanvallen. Die informatie kan burgers, ondernemers en mogelijk toekomstige doelwitten helpen tijdig de juiste maatregelen te treffen. Bij een fysieke aanval gaan de sirenes af, en als we verdachten zoeken van analoge misdrijven zetten we Opsporing Verzocht in maar als het om digitale zaken gaat blijft het oorverdovend stil. Misschien wel omdat tot op heden niemand naar heeft gevraagd?

In de oorverdovende stilte wordt wel duidelijk dat we een nieuwe wereldorde aan het betreden zijn. Een wereld waarin digitaal meer mogelijk is dan offline, meer dreigingen bestaan dan op straat en het beschermen van de samenleving misschien wel complexer wordt dan ooit. En daarom zou de stilte zo snel mogelijk verruild moeten worden door duidelijkheid, zodat nationale en internationale experts kunnen werken aan structurele oplossingen en onders en ondernemingen zich kunnen voorbereiden op de toekomst.