Automatisering en digitalisering zijn synoniemen geworden van goedkoper en efficiënter.
Goedkoper en efficiënter: welk bedrijf of welke overheid wil dat nou niet in tijden van massabezuinigingen en de zoektocht naar een hogere marge, die al geslaagd is bij een cent per eenheid méér?
Als we doorgaan met visieloos automatiseren en digitaliseren, kunnen we op lange termijn alle denkbare banen in onze samenleving wegtechnologiseren, op die van programmerende ingenieurs na. Maar is dat wel de wereld waar we in willen leven?
Een wereld waarin mensen niet méér zullen zijn dan een bit of een byte, aangestuurd door een supercomputer. Een wereld waarin burgers niet langer worden vertrouwd door hun eigen overheid, maar moeten bewijzen een goed burger te zijn – door semi-vrijwillig of zelfs gedwongen digitaal bewijs af te staan. Ook de overheid wordt grotendeels een computer.
Artsen, rechters en politieagenten kunnen we vervangen door robotarmen, algoritmen en drone squads. Geen receptionisten meer, maar een computer met een soort Google als startpagina die je welkom heet. En over Google gesproken: als hun zelfrijdende auto de weg op gaat, zullen parkeer- en fileproblemen tot het verleden behoren.
Geen botsingen een verkeersboetes meer, maar ook geen autoverzekeringen en schadeherstelindustrie.
En zo verandert de wereld in rap tempo en alle industrieën –die er nog niet klaar voor zijn– zullen worden geraakt. Wat is de grote visie achter al deze veranderingen?
Automatisering en digitalisering. Want dat is goedkoper en efficiënter. Maar brengt dat wel de wereld waar we in willen leven?
Deze column schreef ik op verzoek van Radio 1, TROS in Bedrijf, en werd vandaag uitgezonden.
Geef een reactie