‘Nie wieder’ betekende ook: nooit weer zulke databanken met persoonsgegevens

De uitdrukking ‘ik heb niets te verbergen’ weerspiegelt een gevaarlijke naïviteit die doet denken aan een donker hoofdstuk uit de geschiedenis, de Tweede Wereldoorlog, toen opeens bleek dat we wél iets te verbergen hadden. In de voormalige concertzaal van Artis stond het Amsterdamse bevolkingsregister met gegevens van 70.000 Joden die de bezetters wilden gebruiken. Verkleed als politieagenten stichtte een verzetsgroep op 27 maart 1943 brand, waarna de brandweer het vuur opzettelijk langzaam ‘bluste’. Op deze manier probeerden de verzetsstrijders de dossiers te vernietigen.

Na de Tweede Wereldoorlog drong het besef door dat het mede dankzij de ‘perfecte Jodenadministratie’ was dat een groot deel van de Joodse gemeenschap in Nederland door de bezetter kon worden opgespoord en gedeporteerd. Een belangrijke les: privacy en persoonlijke gegevens zijn het beschermen waard. ‘Nie wieder’ betekende ook: nooit meer registers met persoonsgegevens die, eenmaal in verkeerde handen, desastreuze gevolgen kunnen hebben.

En daarom werd in 1948 in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens vastgelegd dat niemand onderworpen mag worden aan ‘willekeurige inmenging in zijn persoonlijke aangelegenheden’. Sinds 1950 is ‘privacy’ opgenomen in de Van Dale. In 1953, 1983 en 2009 werd de bescherming van de persoonlijke levenssfeer herbevestigd in het EVRM, onze Grondwet, en het Europese Handvest. In 2018 trad de AVG in werking. Maar nu we deze grondrechten eenmaal hebben, tekent zich een zorgwekkende trend af. Terwijl het aantal ernstige misdrijven op een historisch dieptepunt is, reageren we volgens criminologen steeds ‘hysterischer’ op de steeds minder overgebleven bedreigingen, ten koste van die zwaarbevochten grondrechten.

Ondanks dat overtuigend wetenschappelijk bewijs van effectiviteit ontbreekt, blijven we het land volhangen met steeds meer camera’s. Campings gebruiken gezichtsherkenning. Gemeenten plaatsen ‘zeer gevoelige geluidsapparatuur’ op straat, scannen kentekens met scanauto’s, en volgen de telefoons van burgers via wifi-signalen. Huisbazen houden hun huurders in de gaten met drones. Alle vervoersbewegingen worden geregistreerd: ‘openbaar’ vervoer vereist een chipkaart en vliegtuigpassagiers worden vastgelegd in internationale databases.

En het einde van de grondrechtenuitverkoop is nog niet in zicht. Vanaf 6 oktober moeten mensen die naar de Europese Unie willen reizen een gezichtsscan en vingerafdrukken afstaan. Nederlandse politici willen een identificatieplicht invoeren voor sociale media. Om strafbare feiten op te sporen wil de Europese Commissie preventief de digitale privéberichten van alle Europeanen gaan scannen, inclusief foto’s en video’s. Ook die van u.

Grondrechten? Natuurlijk, maar heeft u uw gezicht al laten scannen? Vrijheid van meningsuiting? Zeker, maar wel eerst een kopietje paspoort uploaden. Onschuldig totdat het tegendeel is bewezen? Ja, maar we luisteren wel mee met al uw gesprekken. Anoniem over straat? Anoniem, totdat iemand op de gezichtsherkenningsknop drukt. ‘Je hebt toch niks te verbergen?’

Ja, totdat de bezetter ineens op de stoep staat. Verzetsstrijders? Alle communicatie gekoppeld aan je identiteit wordt afgeluisterd. Verkleden als politieagenten? Gezichtsherkenning. Fysieke administratie in brand steken? Welke fysieke administratie? En de moderne elektronische dossiers bevatten niet minder, maar veel meer, veel gevoeligere gegevens, van veel meer mensen. Nuttig voor veiligheid? Volgens professor Geoffrey Stone hebben de Amerikaanse geheime diensten, die jarenlang dit soort gegevens verzamelden, er nooit één aanslag mee kunnen voorkomen.

Het goede nieuws is: we kunnen het tij keren. Nederland is een van de veiligste plekken op aarde. We kunnen kiezen voor veiligere, menselijkere methoden van beveiliging en controle. Meer agenten in plaats van meer camera’s. Meer BOA’s, in plaats van meer scanauto’s. Haatalgoritmes aanpakken in plaats van anonimiteit. Databases terugbrengen tot proporties die beheersbaar en zinvol zijn, en niet eindeloos laten groeien. Het is een keuze tussen een toekomst waarin technologie een regime van angst, wantrouwen en controle oplegt, en een toekomst waarin de democratie is gebouwd is op respect, vertrouwen en vrijheid.

En nee, dit is geen oproep om terug te keren naar een romantisch verleden; dit is een progressieve mars naar een toekomst waarin technologie onze bondgenoot is, niet onze observerende bewaker. Het is een oproep voor een toekomst waarin veiligheid en vrijheid hand in hand gaan en waar de kracht van onze democratie niet ligt in het aantal drones dat waakt, maar in het aantal harten dat elkaar vertrouwt. Het is geen utopische droom, maar een realistische optie, mits we de moed en wijsheid hebben om deze te kiezen. Maar hoelang blijft het een realistische optie? De geschiedenis heeft ons geleerd dat het gemakkelijker is om rechten kwijt te raken dan om ze terug te krijgen. Laten we ervoor zorgen dat toekomstige generaties over door ons gemaakte keuzes niet hetzelfde hoeven te zeggen.

Deze column werd vandaag gepubliceerd in De Volkskrant.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *