Voer betaald parkeren in voor de bakfiets – en andere voertuigen die de stoep blokkeren

De prijsvraag van de gemeente Amsterdam waarbij het beste idee om fietsen ‘nog veiliger’ (en daarmee plezieriger volgens haar Twitteraccount) te maken 16.000 euro kan winnen, is misplaatst.

Het meest prangende probleem is namelijk niet dat fietsen niet plezierig genoeg is, maar dat – vooral in de binnenstad – steeds meer, grotere en snellere ‘fietsen’ en ‘scooters’ de wegen domineren. Eenmaal geparkeerd, nemen ze bovendien steeds meer van de toch al schaarse openbare ruimte in beslag.

Zo zijn er elektrische fietsen die zelfs sneller gaan dan scooters en auto’s, fietsen die meer op motoren lijken (fatbikes) en fietsen die meer op transportbusjes lijken (bakfietsen).

Sinds kort is er ook de Birò, eigenlijk een auto, maar door slimheid van de fabrikant officieel een scooter. Als het kabinet de aangekondigde regels aanneemt, komen daar binnenkort ook elektrische steps bij, die in Parijs dagelijks ongelukken en enkele doden per jaar veroorzaken en mogelijk binnenkort verboden worden.

Binnenstad wordt een tweewieler- en Biròkerkhof

Al deze voertuigen worden door hun eigenaren maar een paar minuten per dag gebruikt en de rest van de tijd langdurig in de openbare ruimte geparkeerd. Daardoor verandert de binnenstad langzaam in een tweewieler- en Biròkerkhof, en blijft er steeds minder ruimte over voor mensen. Dit is het echte probleem waar de prijsvraag beter over had kunnen gaan. Enkele suggesties.

Ten eerste moeten we opnieuw definiëren wat een fiets, scooter, motor of auto is. Een fiets is een voertuig waarop mensen fietsen. Tweewielers met motoren, al dan niet elektrisch, zoals elektrische bakfietsen, zijn geen fietsen maar scooters of motoren, afhankelijk van hun vermogen (met bijbehorende helm-, rijbewijs-, verzekerings- en kentekenplicht).

Gemotoriseerde voertuigen met meer dan twee wielen, zoals de Birò, zijn auto’s. Er zijn goede argumenten om ook andere grote grote voertuigen, zoals bakfietsen, in deze categorie op te nemen.

Maak aparte rijstroken

Ten tweede hebben we meer, en niet minder rijstroken nodig. Het ideale en veiligste ontwerp is de aanleg van een extra snelle rijstrook, zodat voertuigen die qua snelheid en grootte enigszins vergelijkbaar zijn, kunnen samenvoegen: een Birò- en autostrook, een snelle scooterstrook, een langzame fietsstrook en een trottoir.

Ten derde wordt het tijd om betaald parkeren in te voeren voor alle langdurig in de binnenstad geparkeerde voertuigen. De openbare ruimte is van iedereen en bedoeld om van A naar B te kunnen gaan, en niet het exclusieve bezit van fiets-, scooter- en Biròbezitters die de openbare ruimte gebruiken als privé-opslagplaats.

Natuurlijk moeten voertuigen soms kortstondig op straat geparkeerd kunnen worden, bijvoorbeeld bij een korte afspraak of een kleine boodschap. Maar om de trend te stoppen dat de Amsterdamse binnenstad langzaam in een schroothoop en fietsendump verandert, moeten alle langdurig geparkeerde vervoersmiddelen tijdens spitsuren binnen (in een parkeergarage of -terrein) worden geparkeerd in plaats van op straat.

Eigenaren die het langdurig parkeren van hun eigen voertuig belangrijker vinden dan de openbare ruimte voor iedereen moeten, zoals automobilisten nu ook al doen, de rest van de stad compenseren door een kleine vergoeding te betalen in de vorm van betaald parkeren.

Kentekenplicht voor fietsen

Om dit mogelijk te maken, is de invoering van een kentekenplicht voor fietsen in de binnenstad noodzakelijk. Er zijn bijkomende voordelen: zo wordt het ook voor de politie gemakkelijker om op te treden tegen de massale verkeersovertredingen en wordt fietsendiefstal moeilijker.

Ten slotte zijn er veel meer fietsen- en scooterstallingen nodig. Daarom moeten nieuwe gebouwen standaard worden voorzien van meer parkeerplaatsen en moeten ook bestaande publieke parkeergarages goedkope plekken creëren voor fietsen en scooters. De eerste paar uur parkeren kunnen zelfs gratis zijn.

Het is tijd om fietsen niet ‘nog leuker’ te maken, zoals de gemeente Amsterdam beoogt met de prijsvraag, maar om de stedelijke competitie wie de grootste en snelste ‘fiets’ heeft te staken, en ervoor te zorgen dat de Amsterdamse vervoerschaos wordt aangepakt zodat het in de toekomst überhaupt mogelijk blijft ons door de binnenstad te bewegen.

Daar wordt fietsen uiteindelijk ook weer leuker van.

Dit opiniestuk werd gepubliceerd in Het Parool.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *