Europese Rechtsgeschiedenis (5): Receptie van het Romeinse Recht en Ius Commune

In dit artikel vat ik kort het vijfde deel van mijn college-aantekeningen voor het vak Europese Rechtsgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam samen.

Aanvullingen of verbeteringen ontvang ik graag per e-mail. Aantekeningen zijn genummerd zodat er makkelijk naar verwezen kan worden.

  1. Hoe heeft het geleerde Romeinse recht de praktijk weten te bereiken? En in welk licht moet de receptie van het Romeinse recht gezien worden met een Europees Burgerlijke Wetboek in het vooruitzicht?
  2. Ius Commune staat voor “Gemeenschappelijk recht”.
  3. Receptie betekent het opnemen van vreemd recht in een eigen rechtsstelsel.
  4. Voorbeelden van receptie: Japan (1898) van Duits privaatrecht, Turkije (1926) van Zwitsers en Oostenrijks recht en het Nederlandse BW van 1838 (Code Civil).
  5. Het zijn niet de teksten van de Justiniaanse wetgeving zelf (Corpus Iurus Civilis) die gerecipieerd zijn, maar de commentaren/uitleg van de postglossatoren/commentatoren.
  6. Receptie is geen overweldiging. Het is niet een vreemd recht dat wordt opgedrongen aan een volk en zo geïncorporeerd wordt in het rechtssysteem. Nee. Het is een langzaam proces van assimilatie.
  7. Omstandigheden die receptie mogelijk maaktenzijn o.a. de translatio imperii (men zag de receptie dus zelf niét als incorporatie van ‘vreemd’ recht!), het culturele Rome-idee (Rome als ideaal, het idealiseren van wat Rome ooit was. Inclusief het Romeinse recht dat er gelding had), de theoretische receptie (de basis waarmee de praktische receptie mogelijk was), de Lotharische legende (eind v.d. middeleeuwen, 1135 de invoering van het Romeinse recht als staatsrecht, wat achteraf dus een mythe blijkt te zijn), het politieke Rome-idee (d.w.z. allerlei termen uit het Romeinse Rijk die zijn overgeleverd om de eigen regering en beleidsdoeleinden te beschrijven: keizer, senaat, curia, etc. Onderdeel hiervan maakt ook het principe van het verwerven van macht met de hulp van juristen.)
  8. Wellicht ten overvloede: door de translatio imperii waren er twee keizers: in het oost- en west-romeinse rijk.
  9. Onder punt 7) heb ik beschreven wat de omstandigheden waren die de receptie mogelijk waren. Maar waarom het Romeinse recht dat gerecipieerd werd?
  10. Het Romeinse recht stond bekend als het zijn van intrinsieke kwaliteit, zeker ten opzichte van het recht dat in de praktijk werd toegepast. Het recht was geschreven, gestructureerd en van hoogstaande kwaliteit. Het taalgebruik was zeer exact, door juridische normen te gebruiken die herleidbaar waren tot ratio was makkelijk goed van slecht te onderscheiden. Er bestond dus al snel de neiging om dit recht te gebruiken.
  11. In de praktijk bestond ook gewoon veel behoefte aan juristen die het Romeinse recht beheersten, vooral voor in bestuursfuncties werden veel juristen gevraagd met kennis van het romeins-canonieke recht.
  12. Tot de 16e eeuw werd van het Ius Commune betreft een groot deel gevormd door kerken/kerkelijke besturen. Na de reformatie en de komst van het protestantisme ontstond er verdeeldheid en werd de invloed van de kerk een stuk minder. Verloop receptie
  13. Daar kwam bij dat het inheemse recht sterk verbrokkeld was en geen uniformiteit kende. Door de renaissance van de 14-16e eeuw ontstond er een heroriëntatie op de cultuur uit de oudheid, dit was de stuwende factor voor de daadwerkelijke receptie. Studies als filosofie, geografie en medicijnen waren sterk in opkomst. Overal uit Europa ging men weer Rechten studeren in Bologna of Zuid-Frankrijk.
  14. Vanaf de 12e eeuw werd het geleerde recht verspreid over Europa door studenten die werden ‘losgelaten’. De studenten werden vanaf de 13e eeuw vaak ingezet voor het opstellen van overeenkomsten (akten) waarvan de inhoud en opbouw zelf bedacht werd. Vaak hadden studenten enkele voorbeelden formulieren meegenomen van hun studie. Vanaf dat moment start de ‘infiltratie’ van het Romeinse recht in het dagelijkse leven.
  15. In de 13e eeuw waren Kerkelijke rechtbanken belast met het verlijden van deze akten (bij gebrek aan een een notariaat) waarna deze overal bewijslast kregen. Aan een bepaalde rechtbank waren allerlei soorten juristen verbonden: procuratoren, advocaten en notarissen. De Kerkelijke rechtbanken werkten met het canonieke recht.
  16. De Kerkelijke rechtbanken handelden in eerste plaats over kerkelijke zaken, denk aan testamenten, huwelijksrecht, schenkingsrecht, etc.
  17. In deze periode ontstond Romeins-Canonieke procesrecht, voor de organisatie van de rechtspraak in de middeleeuwen van zeer groot belang. Het Laat-Romeinse procesrecht lijkt heel erg op het huidige Burgelijk Procesrecht zoals wij dat in Nederland kennen en lag ten grondslag aan het Romeins-Canonieke procesrecht. Ratio stond centraal in dit recht en was dus betrouwbaarder.
  18. Ten noorden van de Alpen waren de juristen in deze periode tevens geestelijken en verbonden aan kerken.
  19. In de 15/16e eeuw begon tevens de praktische receptie, een gevolgsfenomeen van de theoretische receptie. Inheems recht werd op veel punten opzij gezet en de Justiniaanse wetgeving in de uitleg van laat-middeleeuwse juristen kreeg gelding ==> Ius Commune. Het Ius Commune in deze periode bestond tevens deels uit leerstukken uit het canonieke recht op bijvoorbeeld het gebied van erfrecht. Zo ontstond Romano-Canoniek recht dat met andere rechtsstelsels verweven werd (Handelsrecht, Gewestenrecht uit Italië, etc.).
  20. Ook hierbij geldt weer: wat het commentaar niet kent wordt door de rechtbank niet erkend. Leer van de juristen; leer van Bartolus.
  21. Het Corpus Iuris Civilis gold tevens als een soort-van platform voor de receptie. In de periode dat veel juristen aangesteld werden in kerkelijke bureacratieën had men het idee dat in de CIC de keizer aan het woord was.
  22. Frankrijk (nog geen eenheidsstaat) had geen keizer maar kon de koning zich toch beroepen op het CIC in verband met de positie van de keizer? Jean de Blanot formuleerde de bekende uitspraak: de koning van Frankrijk is keizer binnen zijn koninkrijk, want in wereldse aangelegenheden erkent hij geen hoger gezag. Zo werd met behulp van een jurist het gezag van het CIC bevestigd.
  23. Hoe zat het als het Ius Commune in conflict kwam met inheems recht? Daar was een oplossing voor gevonden. Het Ius Commune had subsidiaire gelding, maar dit is slechts schijn. Het Ius Commune mocht overal en altijd ingeroepen worden, een beroep op het inheemse recht kon slechts slagen na het passeren van een zwaardere bewijslast. Zo moest de procespartij bewijzen dat de regel bestaat maar het grootste deel van het inheemse recht was ongeschreven, een groot probleem dus. Voorbeeld van de receptie
  24. Pacta sunt servanda (Latijn voor “pacten moeten gerespecteerd worden”) in het contractenrecht. Zo ontstonden al snel drie contractsvormen: Stipulatie (waarbij aan strenge vormvereisten voldaan moest worden), consensuele contracten (gebaseerd op wilsovereenstemming) en pacta: vormvrije afspraken zonder vorderingsrecht.

    Kort samengevat: oorzaken v.d. receptie vanaf 1100 n.Chr
  25. Politieke oorzaken: in de investituurstrijd konden zowel paus als koning/keizer goede juristen gebruiken om hun gelijk te bepleiten.
  26. Culturele oorzaken;
  27. Economische oorzaken (handelseconomie, de vraag naar contracten en het oude Rome was toch óók een handelseconomie?; verstedelijking – ontstaan van universiteiten)
  28. Opportunistische oorzaken (het Romeins recht werd ‘er bij gehaald’ wanneer het juristen uit kwam, ook was men heel selectief in hun interpretatie zodat voor iedere stelling wel argumenten gevonden konden worden in het Romeins recht/Glossa Ordinaria van Accursius), juristen kregen een slechte naam want ze stonden bekend als de mensen die ‘alles konden goedpraten’, veel geld verdienden, misdadigers verdedigen, geen principes kenden en het rcht citeerden wanneer het ze uitkwam;
  29. In Engeland is het Romeinse recht nooit gerecipieerd. Tot 1100 was het recht wel van hetzelfde karakter als elders: een Germaans karakter, ongeschreven recht.
  30. Engeland kent veel minder/hoofdzakelijk geen geschreven recht.
  31. Engeland kent dus ook geen codificaties (en heeft dus geen Burgerlijk Wetboek, Wetboek van Strafrecht, etc.)
  32. Ook heeft Engeland geen geschreven Grondwet.
  33. Het recht in Engeland is rechtersrecht: rechtsonwikkeling geschiedt door rechterlijke uitspraken.
  34. Rechtenstudenten in Engeland hebben dan ook een praktijkgerichte opleiding die in grote mate gericht is op de bestudering van jurisprudentie.

4 reacties op “Europese Rechtsgeschiedenis (5): Receptie van het Romeinse Recht en Ius Commune”

  1. Siegfried van Hoek

    Ik ben me al een paar jaar aan het verdiepen in rechtssysteemen om te achterhalen hoe het komt dat ondanks een ver uitgewerkte rechtsformulering gebaseerd op ethisch-morele gronden (in Nederland), letselschade slachtoffers yhans nog gewoon geschonden ‘mogen’ worden. Alles is er op gericht om slachtoffers af te houden van hun recht. Of zoals mr. Prof. Johan Legemate stelt, de medische sector ageert in dit soort kwesties als partners in crime. En kennelijk is de overheid als regulerende en controlerende macht ook niet vies van burger-bedrog in haar rechten hierin… Er is geen Trias Politica binnen de medische sector, besluit en beoordeling liggen in handen van de sector zelf. Belangenverstrengeling en subjectiviteit in de rechtsbeoordeling liggen dan ook voor de hand.

    Na het bestuderen van diverse (straf)rechtthema’s, studies en wetten kwam ik ook tot de conclusie dat de wet op zich wel afdoende zou moeten kunnen functioneren, maar dat deze ‘gewoon’ niet gerespecteerd wordt als zodanig. Vanwege het stelselmatig verzaken tot aan het grondwettelijk stelsel toe in het bieden van bescherming van de burger met een deugdelijke gezondheidszorg etc, ben ik daarom op zoek gegaan naar wetsgronden van het eigen-recht. Jawel! Immers als een wet niet gerespecteerd wordt in uw aanspraak, dan moet u zelf wet stellen voor behoud van de souvereiniteit van uzelf en uw medeburger, hetgeen impliciet daarmee de onmachtigheid van de rechtstaat betekent. Als zodanig ben ik mij ook in het Romeins Recht gaan verdiepen met de ontwikkeling naar het huidige rechtsstelsel toe. Op deze site staat iets over het Romeins Recht, en lezers mochten opmerkingen plaatsen. Als zodanig dan een stukje commentaar over hoofdzakelijk het Romeins Recht wat het betekende maatschappelijk in het op zoeken naar het eigen recht.
    Het Romeijns recht kent een ontwikkeling van een Stedenrecht naar een Republiek-recht en voorts naar een Keizerlijk recht. Een belangrijke fase was inderdaad het moment dat er rechten voor Patriciers en Plebeeers in gelijkwaardig vergelijk moesten ontstaan, hiermee was in principe de eerste steen gelegd voor de grond van het individu in het rechtssysteem, want in principe stond de Staat centraal en niet het individu. Advocaten waren destijds enkel adviseur, zelden werden commentaren van hen overgenomen in de rechtsgang. Het Romeins Recht kende wel een hoger beroep. Binnen het Romeins Recht was sprake van analogie, vergelijkbare zaken werden vergelijkbaar berecht. Gelijkheid betekende niet gelijkheid voor iedere burger. Dit had mede verband met het feit dat het recht gesitueerd was rond hoofdelijk aansprakelijken. De vader van de familie (Pater Familias) –m.i. meer een zakelijke onderneming dan een familie- was de hoofdelijk aanspreekbare in geschillen. Kinderen hoefden niet per definitie geaccepteerd te worden, maar adopties kwamen ook voor vanuit een zeker zakelijk belang, als de te adopteren persoon in kunnen (bijzondere) bijdragen aan de familie kon leveren. Slaven hadden in principe de zelfde status als kinderen, maar ze hadden geen stemrecht, erfrecht, burgerrecht (de plicht om te strijden voor het Romeins Leger); maar ze waren ook geen derde rangs mensen zoals later in de late Middeleeuwen zou ontstaan. Mijn inzien was het Romeins Recht vooral een soort van handelsrecht. Daarbinnenin bestond voor ieder een zeker recht tot handelen, ware het alleen wel dat men verantwoording verschuldigd bleef; moorden was niet per definitie direct strafbaar, het ging om de situatie waarbinnen de handelingen plaats hadden gevonden, en die toelaatbaarheidsgrens lag wel lager dan in ons huidig stelsel. De Romeinen kenden geen Godsdienst, moraal was er niet, dat zou pas met de adoptie van het Romeins Recht in het Christendom ontstaan. Met het verval van het Romeijns Rijk ontstond er geleidelijk een tweedeling, een Kerkelijk Recht en een Monarchisch/Staats Recht. In eerste instantie was er enkel een Kerkelijk Recht, omdat het Christendom op het einde van het Romeinse Rijk een staatsgodsdienst was geworden. De conservering van Het Romeins Recht is echter een geheel andere kwestie. De wetten werden namelijk namelijk met een Godsdienstige interpretatie omkleed, waardoor de essentie van het Romeins Recht op drift raakte (de centralisatie van Staat (en Keizer). Pausen en Bisschoppen spraken recht, en dat rechtssysteem zou tot ver in de middeleeuwen reiken. Met de codificatie pas na de Franse Revolutie kwam met de formulering van vrijheid, gelijkheid en broederschap en het vast omschreven vastleggen van wetten als bepalingen in kwesties, en kwam het kerkelijk recht uiteindelijk in ontwikkeling te vervallen.

    Interessant aan het geschrift van Dhr. Danny Mekic is dat ook hij subjectiviteit en schending benoemt, vanwege opportunistische belangen (28) ook in de Romeinse Rechtsgang. Hiermee komen we terug op zijn epistel. Kennelijk is het schenden van wet of deze nu wel of niet gecodificeerd is een gebruikelijk ‘goed’. U mag schenden, mits u zich daar maar in de positie voor bevind. De wet van OJ Simpson, voor het slachtoffer resteerd er in het beste geval dan de wet van Murphy…, wanneer gaat het een keer fout. De publieke opinie is heden ten dage in het huidige sterke open communicatie platform met internet een sterke input, maar voordat de rechtsgang hier moreel op in gaat is vraag twee, immers de scheiding der machten (Trias Politica) betekende ook een vertraging in de evolutie van wetten, de rechter is namelijk gebonden bij wet, terwijl in het Romeinse Recht de Keizer bijvoorbeeld in een Hoger Beroep direct met zijn utspraak jurisprudentie kon maken die afweek.

    Een eerste (voorbarige?) conclusie van mij is, dat er nu wel een uitgewerkte geevolueerde wet bestaat, maar dat deze zich enkel manifesteerd voor diegenen die zich ervan kunnen bedienen. (Hierbij maak ik wel het onderscheid dat men met name in het Nederland van West-Europa met het in gebreke zijn van strafrecht binnen medische kwestie letterlijk en figuurlijk de Kroon spant…) Het Romeins Recht is directere vorm; leven en dood stonden ook dichter bij elkaar, en overleven was een norm. Ik heb ook gezocht naar strafrechtelijke factoren binnen het Romeins Recht, maar dat is vrij basaal. Men kon de doodsstraf krijgen, burgerrechten verliezen, of uit het ambt van Pater Familias gezet worden of slaaf worden tot de schulden betaald waren, maar een codificatie van op die daad staat die straf etc. zoals wij dat nu kennen bestond nog niet, en in die zin biedt het Romeins Recht geen antwoorden aan mij binnen mijn eigen thema opkomen voor patientenrecht. Resumerende denk ik dat of de overheid verplicht moet worden haar wetten te respecteren of anderzins zal de burger dit overheersend recht moeten verwerpen en zelf recht moeten stellen.

  2. Siegfried van Hoek

    Ik ben me al een paar jaar aan het verdiepen in rechtssysteemen om te achterhalen hoe het komt dat ondanks een ver uitgewerkte rechtsformulering gebaseerd op ethisch-morele gronden (in Nederland), letselschade slachtoffers yhans nog gewoon geschonden ‘mogen’ worden. Alles is er op gericht om slachtoffers af te houden van hun recht. Of zoals mr. Prof. Johan Legemate stelt, de medische sector ageert in dit soort kwesties als partners in crime. En kennelijk is de overheid als regulerende en controlerende macht ook niet vies van burger-bedrog in haar rechten hierin… Er is geen Trias Politica binnen de medische sector, besluit en beoordeling liggen in handen van de sector zelf. Belangenverstrengeling en subjectiviteit in de rechtsbeoordeling liggen dan ook voor de hand.

    Na het bestuderen van diverse (straf)rechtthema’s, studies en wetten kwam ik ook tot de conclusie dat de wet op zich wel afdoende zou moeten kunnen functioneren, maar dat deze ‘gewoon’ niet gerespecteerd wordt als zodanig. Vanwege het stelselmatig verzaken tot aan het grondwettelijk stelsel toe in het bieden van bescherming van de burger met een deugdelijke gezondheidszorg etc, ben ik daarom op zoek gegaan naar wetsgronden van het eigen-recht. Jawel! Immers als een wet niet gerespecteerd wordt in uw aanspraak, dan moet u zelf wet stellen voor behoud van de souvereiniteit van uzelf en uw medeburger, hetgeen impliciet daarmee de onmachtigheid van de rechtstaat betekent. Als zodanig ben ik mij ook in het Romeins Recht gaan verdiepen met de ontwikkeling naar het huidige rechtsstelsel toe. Op deze site staat iets over het Romeins Recht, en lezers mochten opmerkingen plaatsen. Als zodanig dan een stukje commentaar over hoofdzakelijk het Romeins Recht wat het betekende maatschappelijk in het op zoeken naar het eigen recht.
    Het Romeijns recht kent een ontwikkeling van een Stedenrecht naar een Republiek-recht en voorts naar een Keizerlijk recht. Een belangrijke fase was inderdaad het moment dat er rechten voor Patriciers en Plebeeers in gelijkwaardig vergelijk moesten ontstaan, hiermee was in principe de eerste steen gelegd voor de grond van het individu in het rechtssysteem, want in principe stond de Staat centraal en niet het individu. Advocaten waren destijds enkel adviseur, zelden werden commentaren van hen overgenomen in de rechtsgang. Het Romeins Recht kende wel een hoger beroep. Binnen het Romeins Recht was sprake van analogie, vergelijkbare zaken werden vergelijkbaar berecht. Gelijkheid betekende niet gelijkheid voor iedere burger. Dit had mede verband met het feit dat het recht gesitueerd was rond hoofdelijk aansprakelijken. De vader van de familie (Pater Familias) –m.i. meer een zakelijke onderneming dan een familie- was de hoofdelijk aanspreekbare in geschillen. Kinderen hoefden niet per definitie geaccepteerd te worden, maar adopties kwamen ook voor vanuit een zeker zakelijk belang, als de te adopteren persoon in kunnen (bijzondere) bijdragen aan de familie kon leveren. Slaven hadden in principe de zelfde status als kinderen, maar ze hadden geen stemrecht, erfrecht, burgerrecht (de plicht om te strijden voor het Romeins Leger); maar ze waren ook geen derde rangs mensen zoals later in de late Middeleeuwen zou ontstaan. Mijn inzien was het Romeins Recht vooral een soort van handelsrecht. Daarbinnenin bestond voor ieder een zeker recht tot handelen, ware het alleen wel dat men verantwoording verschuldigd bleef; moorden was niet per definitie direct strafbaar, het ging om de situatie waarbinnen de handelingen plaats hadden gevonden, en die toelaatbaarheidsgrens lag wel lager dan in ons huidig stelsel. De Romeinen kenden geen Godsdienst, moraal was er niet, dat zou pas met de adoptie van het Romeins Recht in het Christendom ontstaan. Met het verval van het Romeijns Rijk ontstond er geleidelijk een tweedeling, een Kerkelijk Recht en een Monarchisch/Staats Recht. In eerste instantie was er enkel een Kerkelijk Recht, omdat het Christendom op het einde van het Romeinse Rijk een staatsgodsdienst was geworden. De conservering van Het Romeins Recht is echter een geheel andere kwestie. De wetten werden namelijk namelijk met een Godsdienstige interpretatie omkleed, waardoor de essentie van het Romeins Recht op drift raakte (de centralisatie van Staat (en Keizer). Pausen en Bisschoppen spraken recht, en dat rechtssysteem zou tot ver in de middeleeuwen reiken. Met de codificatie pas na de Franse Revolutie kwam met de formulering van vrijheid, gelijkheid en broederschap en het vast omschreven vastleggen van wetten als bepalingen in kwesties, en kwam het kerkelijk recht uiteindelijk in ontwikkeling te vervallen.

    Interessant aan het geschrift van Dhr. Danny Mekic is dat ook hij subjectiviteit en schending benoemt, vanwege opportunistische belangen (28) ook in de Romeinse Rechtsgang. Hiermee komen we terug op zijn epistel. Kennelijk is het schenden van wet of deze nu wel of niet gecodificeerd is een gebruikelijk ‘goed’. U mag schenden, mits u zich daar maar in de positie voor bevind. De wet van OJ Simpson, voor het slachtoffer resteerd er in het beste geval dan de wet van Murphy…, wanneer gaat het een keer fout. De publieke opinie is heden ten dage in het huidige sterke open communicatie platform met internet een sterke input, maar voordat de rechtsgang hier moreel op in gaat is vraag twee, immers de scheiding der machten (Trias Politica) betekende ook een vertraging in de evolutie van wetten, de rechter is namelijk gebonden bij wet, terwijl in het Romeinse Recht de Keizer bijvoorbeeld in een Hoger Beroep direct met zijn utspraak jurisprudentie kon maken die afweek.

    Een eerste (voorbarige?) conclusie van mij is, dat er nu wel een uitgewerkte geevolueerde wet bestaat, maar dat deze zich enkel manifesteerd voor diegenen die zich ervan kunnen bedienen. (Hierbij maak ik wel het onderscheid dat men met name in het Nederland van West-Europa met het in gebreke zijn van strafrecht binnen medische kwestie letterlijk en figuurlijk de Kroon spant…) Het Romeins Recht is directere vorm; leven en dood stonden ook dichter bij elkaar, en overleven was een norm. Ik heb ook gezocht naar strafrechtelijke factoren binnen het Romeins Recht, maar dat is vrij basaal. Men kon de doodsstraf krijgen, burgerrechten verliezen, of uit het ambt van Pater Familias gezet worden of slaaf worden tot de schulden betaald waren, maar een codificatie van op die daad staat die straf etc. zoals wij dat nu kennen bestond nog niet, en in die zin biedt het Romeins Recht geen antwoorden aan mij binnen mijn eigen thema opkomen voor patientenrecht. Resumerende denk ik dat of de overheid verplicht moet worden haar wetten te respecteren of anderzins zal de burger dit overheersend recht moeten verwerpen en zelf recht moeten stellen.

  3. Inmiddels heb ik de sleutels voor het eigen recht wel gevonden, en ook zij vinden hun oorsprong in het Romeins Recht alsmede in rechts-reformatorische ontwikkelingen. Deze motieven dienen de codifiatie, want de codificatie heeft als doel rechtszekerheid te verschaffen en hiermee economisch de maatschappij welvaart te brengen en de politiek houvast te geven in het verder vormgeven van de samenleving. Als een der machten verzaakt binnen het Trias Politica dient zij hier coform de codificatie op aangesproken te worden. We zouden aldus een vierde macht kunnen toevoegen aan het Trias Politica, die van de onderworpenen aan de macht. Een macht wordt namelijk verwerpelijk als zij zelve haar codificatie niet recpecteerd. In de geschiedenis zijn hier diverse voorbeelden van.

    Thomas Paine greep terug naar het gezonde verstand, wat in principe de basis vormde in het Romeins (ongeschreven) Recht. Kant benoemde daarnaast dat de mensheid door zwakte (luiheid en onmondigheid) in verval is geraakt en zich laat leiden door diverse autiriteiten. De Declaration of independence (wat tot de vorming van de USA laidde) stelde, dat een heerser die zijn rechten met voeten treedt, door zijn eigen volk moet/kan worden afgezet. Zoals Kant stelde: Sapere Aude: heb de moed om op te treden. Voor uzelf en uw medeburger! Aldus kunnen we een vierde macht benoemen.

    Alles grijpt terug naar het principe respect voor jezelf en je medemens, in zinvolle vormgeving van individu en samenleving.

    Als de uitvoerende van macht verzaakt aan haar regels, dan verliest zij haar gezag, en ontstaat daarmee het losweken/verval van die macht. Het Romeisn Recht met al haar ontwikkelingen is in een nutshell een mooi voorbeeld hoe met codificatie ook verval optreed,
    doordat codificatie en de uitvoering ervan afhankelijk is van het administratief apparaat (cultuur) van de uitvoerende macht, waarbij kennis als machtsmiddel een belangrijke plaats inneemt. Immers wetten worden als geschreven regels gepresenteerd en niet langer als een redelijk besef van normen en waarden, degene die zich het beste kan bedienen van die wetten heeft de macht. Maar als de bediening hiervan niet rechtmatig is, zal zij zich op den duur uithollen in gezag en zal de vierde macht (de onderworpenen) hiertegen in het geweer komen. In beginsel zal dit ook via de codificatie zijn, immers uiteindelijk behelst codificatie volledig te zijn, omdat aan alle maatschappelijke/mensleijke gedragingen een verbintenis is gesteld.
    Omgekeerd kunnen we stellen dat de wet zelf niet verzaakt.

    Codificatie is niet het probleem, kennis ervan als machtsmiddel ook niet, uiteindelijk zijn het mensen die de maatschappij in de praktijk met hun gedragingen maken. Als een macht der Trias Politica verzaakt aan haar plicht (de uitvoerders ervan) dan is het einde zoek. k ben er van overtuigd dat wij ieder een eigen verantwoordelijkheid hebben om ontoelaatbare zaken te straffen, ook als het uitvoerders vand e macht betreft, onmdat alles inbeginsle toch uitgaat van eigen souvereiniteit in relatie tot die van de omgeviong en vice versa.
    Verbintenis-recht pur sang? Ik zie heel veel afkomstigheid uit het Romeins Recht. Laat ik besluiten met een strijdkreet:

    Sapere Aude! Heb de moed je eigen verstand te gebruiken! Wet is gebaseerd op universeel besef van waarden en normen van het individu in relatie tot zijn omgeving voor een zinvolle ontwikkeling in hun onderlinge relatie. Zij die (eens) gaan sterven groeten u…
    Leve het leven!

  4. Inmiddels heb ik de sleutels voor het eigen recht wel gevonden, en ook zij vinden hun oorsprong in het Romeins Recht alsmede in rechts-reformatorische ontwikkelingen. Deze motieven dienen de codifiatie, want de codificatie heeft als doel rechtszekerheid te verschaffen en hiermee economisch de maatschappij welvaart te brengen en de politiek houvast te geven in het verder vormgeven van de samenleving. Als een der machten verzaakt binnen het Trias Politica dient zij hier coform de codificatie op aangesproken te worden. We zouden aldus een vierde macht kunnen toevoegen aan het Trias Politica, die van de onderworpenen aan de macht. Een macht wordt namelijk verwerpelijk als zij zelve haar codificatie niet recpecteerd. In de geschiedenis zijn hier diverse voorbeelden van.

    Thomas Paine greep terug naar het gezonde verstand, wat in principe de basis vormde in het Romeins (ongeschreven) Recht. Kant benoemde daarnaast dat de mensheid door zwakte (luiheid en onmondigheid) in verval is geraakt en zich laat leiden door diverse autiriteiten. De Declaration of independence (wat tot de vorming van de USA laidde) stelde, dat een heerser die zijn rechten met voeten treedt, door zijn eigen volk moet/kan worden afgezet. Zoals Kant stelde: Sapere Aude: heb de moed om op te treden. Voor uzelf en uw medeburger! Aldus kunnen we een vierde macht benoemen.

    Alles grijpt terug naar het principe respect voor jezelf en je medemens, in zinvolle vormgeving van individu en samenleving.

    Als de uitvoerende van macht verzaakt aan haar regels, dan verliest zij haar gezag, en ontstaat daarmee het losweken/verval van die macht. Het Romeisn Recht met al haar ontwikkelingen is in een nutshell een mooi voorbeeld hoe met codificatie ook verval optreed,
    doordat codificatie en de uitvoering ervan afhankelijk is van het administratief apparaat (cultuur) van de uitvoerende macht, waarbij kennis als machtsmiddel een belangrijke plaats inneemt. Immers wetten worden als geschreven regels gepresenteerd en niet langer als een redelijk besef van normen en waarden, degene die zich het beste kan bedienen van die wetten heeft de macht. Maar als de bediening hiervan niet rechtmatig is, zal zij zich op den duur uithollen in gezag en zal de vierde macht (de onderworpenen) hiertegen in het geweer komen. In beginsel zal dit ook via de codificatie zijn, immers uiteindelijk behelst codificatie volledig te zijn, omdat aan alle maatschappelijke/mensleijke gedragingen een verbintenis is gesteld.
    Omgekeerd kunnen we stellen dat de wet zelf niet verzaakt.

    Codificatie is niet het probleem, kennis ervan als machtsmiddel ook niet, uiteindelijk zijn het mensen die de maatschappij in de praktijk met hun gedragingen maken. Als een macht der Trias Politica verzaakt aan haar plicht (de uitvoerders ervan) dan is het einde zoek. k ben er van overtuigd dat wij ieder een eigen verantwoordelijkheid hebben om ontoelaatbare zaken te straffen, ook als het uitvoerders vand e macht betreft, onmdat alles inbeginsle toch uitgaat van eigen souvereiniteit in relatie tot die van de omgeviong en vice versa.
    Verbintenis-recht pur sang? Ik zie heel veel afkomstigheid uit het Romeins Recht. Laat ik besluiten met een strijdkreet:

    Sapere Aude! Heb de moed je eigen verstand te gebruiken! Wet is gebaseerd op universeel besef van waarden en normen van het individu in relatie tot zijn omgeving voor een zinvolle ontwikkeling in hun onderlinge relatie. Zij die (eens) gaan sterven groeten u…
    Leve het leven!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *