Op een markt waar sprake is van concurrentie, dwingen aanbieders elkaar om goede prijs-kwaliteit verhouding te bieden. Op die manier kun je makkelijk overstappen naar een andere aanbieder als je van mening bent dat een bedrijf te hoge prijzen vraagt of een erg slechte service levert. Anders is het op een markt waar je niet anders kunt dan gebruik te maken van de diensten en producten van één specifieke onderneming omdat de positie van deze onderneming op de markt een dominante is geworden. Binnen het Mededingingsrecht wordt dat een economische machtspositie genoemd. Als daar bij een bepaald bedrijf sprake van is dan kun je waarschijnlijk niet, of moeilijk, overstappen als je ontevreden bent.
Wanneer is er sprake van een economische machtspositie? Er wordt gesproken van een onderneming met een economische machtspositie als een onderneming zo dominant is dat deze zich niets hoeft aan te trekken van consumenten en concurrenten. De betreffende onderneming is dan zo sterk of groot dat zij bijvoorbeeld haar prijzen kan verhogen zonder klanten te verliezen. Een eerste indicatie van een economische machtspositie is het feit dat het aandeel van een onderneming in een specifieke markt groter is dan 40 procent.
Met het verwerven of bezitten van een economische machtspositie an sich is weinig mis en wordt dan ook niet verboden onder de Mededingingswet. Het kan zelfs voordelen hebben voor de consument, bijvoorbeeld omdat het voor de organisatie zo lucratiever is om nieuwe producten te ontwikkelen en op de markt te brengen. Als de NMa dit zou verbieden, valt dit voordeel weg. Wat in ieder geval niet toegestaan is, is het misbruik maken van een economische machtpositie, zo bepaalt artikel 24 van de Mededingingswet. Vormen van misbruik zijn uitsluiting en uitbuiting. De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) ziet erop toe dat ondernemingen zich aan deze wet houden maar de Nederlandse rechter is eveneens bevoegd de Mededingingswet toe te passen.
Geef een reactie