Het is een epidemie die stilletjes door onze klaslokalen raast. Terwijl onze jongeren sneller swipen dan hun schaduw en met een flair waar hun ouders duizelig van worden, worden ze elk jaar slechter in lezen en schrijven. Ze hebben de beste digitale vaardigheden van Europa, maar behoren inmiddels tot de slechtste lezers en schrijvers van de ontwikkelde landen.
Deze paradox is de voorbode van een toekomst waarin een digitaal vaardige maar laaggeletterde bevolking niet meer effectief kan communiceren en de wereld niet meer kan begrijpen zonder ‘hulp’ van commerciële techbedrijven waar ze steeds afhankelijker van wordt.
Tech-optimisten vinden dit geen probleem. ‘Waarom leren spellen als autocorrectie dat voor ons doet?’ vragen ze. ‘Waarom leren hoofdrekenen als er apps zijn die het sneller kunnen?’, appen ze. En bij het zwembad tegen een chatbot: ‘Waarom zwemles nemen als er ook videozwemlessen zijn?’
Dit perspectief resoneert ook met onze minister voor primair en voortgezet onderwijs Mariëlle Paul, die vindt dat digitale vaardigheden ‘minstens’ zo belangrijk zijn als lezen, schrijven en rekenen. Volgens columnist Jona van Loenen is het zelfs ‘geen probleem dat kinderen steeds minder goed worden in lezen’, zolang ze maar ‘digitale hulpmiddelen kunnen begrijpen’.
Er is alleen één probleem: laaggeletterden ontwikkelen drie keer zo vaak onvoldoende digitale vaardigheden. Dit laat zien dat tech-optimisten over het hoofd zien dat lezen, schrijven en rekenen geen instrumentele vaardigheden zijn die je kunt uitbesteden aan een app of kunt vervangen door digitale vaardigheden. Integendeel: Goed kunnen lezen, schrijven en rekenen is de basis van ons menselijk bestaan: het vermogen om kritisch te denken, te analyseren en zinvol te communiceren met andere mensen, en is juist een voorwaarde voor het aanleren en toepassen van digitale vaardigheden.
De gevolgen van het desondanks verwaarlozen van de menselijke vaardigheden worden steeds duidelijker. Mensen die laaggeletterd zijn leven ongezonder, korter, en verdienen minder geld. Voor hen wordt de wereld steeds complexer, onbegrijpelijker en ontoegankelijker. Zonder de vaardigheid om informatie te begrijpen, surfen ze over het internet waar ze afhankelijk zijn van commerciële techbedrijven die, in ruil voor hun data, ‘gratis’ een overgesimplificeerde virtuele realiteit aanbieden.
Eenmaal aangekomen op hun algoritmische tijdlijn, ontmoeten ze influencers die een deel van de advertentie-inkomsten van het techbedrijf ontvangen om nepnieuws en samenzweringstheorieën te verspreiden die logischer klinken dan de complexe realiteit die gebaseerd is op feiten en nuances die zij niet kunnen begrijpen. En omdat het uitdrukken en begrijpen van gedachten in woorden een stuk moeilijker is als je niet goed kunt lezen en schrijven, leidt laaggeletterdheid tot misverstanden, onbegrip, conflicten en polarisatie; precies waar we steeds meer van zien in onze samenleving.
Het is daarom roekeloos om kinderen die digitale algoritmische wereld in te sturen zonder ze eerst voldoende menselijke vaardigheden bij te brengen. En door digitale vaardigheden ‘minstens’ even belangrijk te maken als lezen, schrijven en rekenen, blijft de kring van miljoenen laaggeletterde mensen voor wie woorden en cijfers weinig betekenis hebben groeien. Hierdoor ontstaat een bevolking die haar wetten en grondrechten niet meer kent, facturen van bedrijven, brieven van de overheid en verkeersborden niet begrijpt en niet in staat is om op basis van kennis en feiten deel te nemen aan een debat of het democratische proces. En omdat een ongeletterde bevolking ook niet in staat is om belangrijke lessen uit de geschiedenis terug te lezen, wordt onze geschiedenis gereduceerd tot simplistische, mondeling overgeleverde verhalen of, erger nog, helemaal vergeten. Dit zet de deur open voor autoritaire tendensen in de politiek en leidt tot uitholling van onze democratische waarden.
Hoe kunnen we deze negatieve spiraal doorbreken, die wordt verergerd door de combinatie van toenemend analfabetisme en ongebreideld tech-optimisme?
Tech-optimisten zullen zeggen: ‘Bouw een app die ons beschermt tegen desinformatie en misbruik door machthebbers’. Ik zeg: ‘Laten we kinderen opnieuw uitrusten met de menselijke vaardigheden om kritisch, zelfstandig en onafhankelijk te denken, om te kunnen analyseren en zinvol te communiceren met andere mensen. Daar is geen app voor nodig; een terugkeer naar de basis is voldoende: leer ze lezen, schrijven en rekenen.’
‘Maar hoe doen we dat dan zonder app?’ vragen de tech-optimisten.
‘Door onze apparaten even weg te leggen en te herontdekken dat de belangrijkste lessen in het leven niet gedownload, maar doorgegeven moeten worden,’ antwoord ik.
Deze column verscheen vandaag in De Volkskrant.
Geef een reactie