Het lijkt wel een aansprakelijkheidsrechtweek. Gisteren heb ik het gehad over de Ongerechtvaardigde verrijking, de dag er voor over de onverschuldigde betaling. Een ander aspect van het aansprakelijkheidsrecht dat zeker niet in het rijtje mag ontbreken is het principe van zaakwaarneming.
Het is gewenst dat iemand in een noodsituatie een anders belangen kan behartigen. Om dit rechtens mogelijk te maken, waarbij die persoon min of meer ‘gevrijwaard’ wordt van schade die bij de zgn. zaakwaarneming kan ontstaan, is art. 6:198 e.v. BW in het leven geroepen. Wanneer kan er sprake zijn van zaakwaarneming?
Om van zaakwaarneming te kunnen spreken moet aan een viertal eisen voldaan zijn:
- Het moet gaan om het behartigen van het belang van een ander;
- bewust (willens en wetens; als het behartigen van de anders belangen er zijdelings bij komt kijken, kan geen sprake zijn van zaakwaarneming);
- zonder dat de ander daar toestemming voor heeft gegeven (zonder bevoegdheid);
- in alle redelijkheid en billijkheid (een redelijke grond).
De gevolgen van zaakwaarneming zijn legio en te uitgebreid om in dit korte artikel te bespreken. Bijv. kan de waarnemer ontstane schade verhalen op de belanghebbende. Spring je bijvoorbeeld in de gracht om iemand die aan het verdrinken is te redden, en beschadig je daarbij je horloge of MP3-speler, dan kun je de belanghebbende rechtens aanspreken dankzij zaakwaarneming waarbij de belanghebbende veroordeeld kan worden in het betalen van je schade.
Geef een reactie