Basisregels van een Staatsorganisatie

Een democratische staatsorganisatie, zoals we die in Nederland kennen, kan niet bestaan zonder enkele basisregels waar ook de staat zelf, de overheid, aan gehouden is.

Het legaliteitsbeginsel
De eerste en misschien wel meest belangrijke grondregel van een democratische staatsorganisatie is het legaliteitsbeginsel. Het legaliteitsbeginsel houdt, kort gezegd, in dat een bevoegdheid van een staatsorgaan niet bestaat, tenzij deze in een wet of de Grondwet geattribueerd is.

Een politieagent mag niet zomaar je huis binnenwandelen en een willekeurig persoon arresteren, net zo min als dat een Tweede Kamer-lid op zijn vrije zondag in zijn prachtige zolderkamer in Haarlem kan besluiten een nieuwe wet te lanceren.

Verantwoordingsplicht & controle
Een tweede erg belangrijke grondregel in Nederland is dat iemand (een persoon of orgaan) die bepaalde bevoegdheden geniet, altijd een verantwoording schuldig is aan een hoger orgaan of onder controle moet staan.

Als een medewerker van een ministerie een beslissing neemt, is hij verantwoording verschuldigd aan zijn hogere. De lijn van verantwoording loopt vervolgens door naar de verantwoordelijke minister die op zijn of haar beurt weer verantwoording verschuldigd is aan het parlement. Het parlement controleert de regering en kan, door het (dreigen met het) aannemen van een motie van wantrouwen controle uitoefenen op de wijze waarop de regering regeert.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *