Dierenbezitters zijn aansprakelijk voor de schade die hun dieren veroorzaken. Dat geldt zowel voor schade aan andere dieren als aan potten, vazen en andere voor vergoeding in aanmerking komende schade. Dit laatste omvat natuurlijk ook een vergoeding voor de ziektekosten in het geval dat het dier zicht vergrijpt aan een mens.
Van belang is artikel 6:179 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel zegt dat de eigenaar van een dier aansprakelijk is voor de (eigen*) gedragingen van het dier, tenzij aansprakelijkheid had ontbroken als de eigenaar de gedraging in zijn of haar macht had gehad.
Een voorbeeld die ik in de rechtspraak ben tegengekomen was een invalide vrouw in een rolstoel met een hond. Ze werd overvallen (overvaller had een mes) en de hond had (uit eigen beweging) de overvaller aangevallen.
Als de mevrouw in de rolstoel de gedraging van de hond onder controle had gehad in die situatie, dan had aansprakelijkheid ontbroken omdat er sprake was van noodweer dan wel noodweer-exces. In dit geval (de hond viel aan uit eigen energie) ontbreekt dus ook de aansprakelijkheid.
Maar als jouw hond uit eigen energie de tuinierende buurvrouw aanvalt dan is dat, wanneer je de gedraging onder controle had gehad, natuurlijk hartstikke onrechtmatig geweest. Dan is risicoaansprakelijkheid van de dierenbezitter voor de eigen gedraging van het dier per definitie gegeven, aangezien er geen schulduitsluitings- of rechtvaardigingsgrond aanwezig was als je de gedraging van het dier wèl onder controle had gehad: niemand heeft natuurlijk het recht om de buurvrouw die de bloemetjes water geeft, aan te laten vallen door een hond of ander dier.
*Dat het artikel 6:179 BW uitsluitend van toepassing is op gedragingen uit eigen energie van het dier, is bepaald in het Gedreven Kuddekoe-arrest.
Geef een reactie