Arbeidsrecht (1): Inleiding

Het Arbeidsrecht zoals wij dat in Nederland kennen is er primair op gericht de – vaak zwakkere – werknemer te beschermen en het geheel van arbeidsafspraken te ordenen.

Op veel plaatsen in het Arbeidsrecht kom je het principe ‘samen sta je sterk’ tegen. Voor collectieve groeperingen (vakbonden) worden uitzonderingen gemaakt op de vaak dwingendrechtelijke bepalingen van het Arbeidsrecht. De gedachte hierachter is dat als een vakbond met een grote werkgever in onderhandeling treedt, beide partijen –equal arms– even sterk in de onderhandeling staan.

Grappig is het om te weten dat de lonen aanzienlijk hoger zijn in landen met een actief vakbondswezen en dat zelfs binnen landen grote verschillen kunnen optreden. De haven van Rotterdam kent bijvoorbeeld een actief vakbondswezen en dat is terug te zien in de lonen: die zijn tot 30% hoger dan bij vergelijkbare bedrijven voor vergelijkbare werkzaamheden, elders in Nederland.

De Arbeidsovereenkomst zoals die is neergelegd in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is een specialis van de obligatoire overeenkomst zoals die neergelegd is in boek 6 en 3 van het Burgerlijk Wetboek. De wetgever heeft, om misbruik te voorkomen, er bewust voor gekozen om dwingendrechtelijk vast te leggen wanneer exact sprake is van een Arbeidsovereenkomst: art. 7:610 BW.

De komende weken zal ik op mijn weblog aandacht besteden aan Arbeidsovereenkomsten en andere belangrijke elementen van het Arbeidsrecht. De afgelopen maanden heb ik meermaals vragen binnengekregen per e-mail over arbeidscontracten. Ik zal proberen deze vragen integraal te beantwoorden in de artikelen. Heb je zelf nog een vraag waarvan je benieuwd bent naar het antwoord? Mail je vraag dan vooral door, of laat een reactie achter onder dit artikel. Ik zal vervolgens mijn best doen om het antwoord op deze vraag mee te nemen in een van de komende artikelen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *