‘Nieuwe’ FNV: Oude koek in nieuwe trommel
Jongeren krijgen een zandkoekje van eigen deeg
Dit opiniestuk werd 9 mei 2012 gepubliceerd in dagblad Trouw
Lang geleden kenden we in Nederland een bijzonder consensusmodel tussen de overheid, werkgevers en werknemers: het poldermodel. Binnen de polderdriehoek werd constructief gesproken over arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden om tot win-win-scenario’s te komen, in plaats van een verbale moddergevechten van standpunten in de publieke arena. Door interne onenigheid en de turbovergrijzing van het ledenbestand veranderde het vakbondslandschap in drijfzand van schreeuwende polderretoriek.
Jongeren voelen zich — begrijpelijk — niet aangetrokken tot de vakbeweging en blijven weg. Dat is een groot probleem, want zonder representatieve achterban kan de beweging geen bindende, individu-overstijgende afspraken maken. Jong Nederland leert haar eigen boontjes te doppen en wordt weggejaagd door het gespannen sfeertje binnen de onoverzichtelijke en ontoegankelijke vakbeweging, terwijl veelbelovende vakbondsinitiatieven voor een flexibele arbeidsmarkt de kop in worden gedrukt. De ouderen van de toekomst zagen ondertussen hoe het op leeftijd discriminerende casino-pensioenakkoord werd omarmd door vakbondsmevrouw Agnes Jongerius: 6 miljoen jongeren stonden erbij en keken naar het publieke moddergevecht. En passant knipoogt Henk van der Kolk, voorzitter FNV Bondgenoten, naar de snelgroeiende groep zzp’ers en vertelt de media polariserend dat hun zelfstandigen-bestaan mogelijk “op z’n retour is”.
Een publiek gevecht om een paar broodkruimels is voor weinigen aantrekkelijk. Logisch dat ook l’éminence grise zich merkbaar ongemakkelijk voelt bij de recente ontwikkelingen. Wie wil nog onderdeel zijn van de collectieve spil in het poldermodel als op termijn zal blijken dat het niemands belang meer dient?
Een schel geluid was te horen in de kapitale hoofdkantoren van de verschillende vakbonden, ditmaal beduidend anders klinkend dan de toon van het bekende fluitje: klokslag twaalf. Het crisisteam onder leiding van ‘kwartiermaker’ Jetta Klijnsma kreeg met de snelheid van The A-Team de opdracht om polderend in het poldermodel tot “De ‘Nieuwe’ Vakbeweging” te komen. Een goed besluit. Want het staat als een paal boven het drijfzand dat de in het verleden geoliede poldermachine veel stabiliteit en rechtvaardigheid heeft gebracht. De verhoudingen binnen de vakbeweging zijn echter multidimensionaal scheefgegroeid en het instituut is net als de 17e-eeuwse meesterstukken van het Rijksmuseum niet geëvolueerd. Een bedrijf dat zo lang niet heeft geïnnoveerd is inmiddels bekend bij het insolventieregister.
Het was bij de presentatie van De ‘Nieuwe’ Vakbeweging vorige week lang zoeken naar de grondige update van het besturingssysteem. De groots aangekondigde vernieuwing bleek te gaan om een kortstondige stoelendans: geen nieuwe vakbeweging noch een voor buitenstaanders waarneembare vernieuwing binnen de bestaande vakbeweging. Geen nieuw recept, maar meer van hetzelfde. Oude koek, verkruimeld verpakt in een dessin-trommel. Gerecycled van de vorige en het houdbaarheidsetiket spreekt nog steeds 2007. Met geforceerd enthousiasme gepresenteerd door PvdA-Kamerlid Jetta Klijnsma.
Door al het enthousiasme zouden we de wegblijvende jongeren bijna vergeten, een van de redenen voor deze grondige verbouwing. Wie over vijftien jaar onderdeel is van de Nederlandse arbeidsgemeenschap krijgt een luxepositie cadeau: de komende decennia ontstaat een groot tekort aan hoog- én laagopgeleide arbeidskrachten (‘Bridging the Gap’, SEO 2010) die daardoor verbeterde arbeidsposities tegemoet kunnen zien. Rechtsbijstandverzekeringen worden nét niet bij een pak vla geleverd en prangende vragen over onze arbeidspositie googelen of twitteren we, zonder vakbond. Ondertussen timmert de Belastingdienst aan de weg voor een simpele belastingaangifte. Op gemeenschappelijke lijnen heeft de arbeidsbevolking van overmorgen dus geen hulp meer nodig: de toekomst van ‘collectieve’ belangenbehartiging wordt fluïde, op maat gemaakt. Voor wie het niet geloven wil, vraag het de leeglopende Consumentenbond. Ze weten er van.
De onoverzichtelijke, versnipperde, Oude Vakbeweging had er goed aan gedaan om naar het schelle alarmsignaal te luisteren en een échte verjongingskuur te ondergaan. Met als eindresultaat één overzichtelijke organisatie met een representatieve vertegenwoordiging. Een organisatie die middels quota recht doet aan het werkveld, zodat jongerenbestuurders en zzp’ers meer te zeggen krijgen en het zo ook ‘hun’ vakbeweging wordt. Ook interessant voor de afvallige discipelen. In plaats daarvan worden hun belangen verder naar de achtergrond gedrukt en gaan alle meeverhuizende bonden een democratische LAT-relatie aan waarin geen bond meer dan 16,67% te zeggen krijgt. Dat betekent een formalisering van de machteloosheid van FNV Jong, die meer dan 33% van de (toekomstige) arbeidspopulatie tracht te vertegenwoordigen. Zij zullen samen met zzp’ers in de Småland-ballenbak van IKEA worden geëntertaind.
Geen nieuwe vakbeweging, maar oude kruimels in een nieuwe trommel. Betekent dat het einde van het poldermodel? Waarschijnlijk niet, want ook hier geldt de wet van Archimedes: zolang de dichtheid van drijfzand groter is dan van het menselijk lichaam, zullen de mensen blijven drijven. En vakbonden blijven bestaan.
Geef een reactie