Voor de mensen in de IT-wereld is de cybertop in Den Haag eigenlijk een lachertje. Dat zegt internetdeskundige Danny Mekic’. ,,Over het belangrijkste hebben ze het niet: internetspionage door overheidsdiensten zelf. Landen moeten de hand in eigen boezem steken. De grootste dreiging voor het internet komt van overheden zelf. Ze schieten gaten in alles wat het internet veilig en stabiel maakt en ze houden elkaar de hand boven het hoofd. Het is een ongeloofwaardig congres”, aldus Mekic’.

Uit de onthullingen van klokkenluider Edward Snowden bleek dat de Amerikaanse veiligheidsdienst NSA op grote schaal informatie verzamelt. De Britse inlichtingendienst GCHQ brak in bij de Belgische provider Belgacom, hoogstwaarschijnlijk om topdiplomaten te kunnen afluisteren. En het is nooit duidelijk geworden wie het Iraanse nucleaire netwerk heeft gesaboteerd met de worm Stuxnet. ,,De NSA, de GCHQ en de Russische FSB zijn verschrikkelijk goed geworden. Ze kunnen inbreken zonder dat iemand het merkt en wissen alle sporen uit. Ze metselen de muur weer dicht en verven de deur in de oorspronkelijke kleur.’’

Op de cybertop spraken landen wel over het belang van privacy. Bedrijven als Google en Facebook waren aanwezig en luisterden toe. ,,Dat was pr, ze waren hier om de band met overheden warm te houden. Dan pakken ze je misschien wat zachter aan.” Er is geen reden te denken dat ze na de top minder gegevens van gebruikers zullen verzamelen. Die informatie levert ze miljarden op.
Het is hetzelfde bij de verboden taxiapp UberPOP. Die heeft veel geld in kas om overheden te trotseren en dwangsommen en advocaten te betalen. Mekic’: ,,Staten hebben niets te zeggen en dat is pijnlijk voor ze. Ze zijn gewend het land op een bepaalde manier te besturen. Ze verbieden iets en wie het toch doet, wordt gearresteerd en bestraft. Ze moeten beseffen dat het internet nooit zo zal zijn. Het is een kat-en-muisspel en dat ga je verliezen.’’

Minister Koenders deed tijdens de cybertop een oproep om belangrijke netwerken nooit aan te vallen. Komisch, vindt Mekic’. ,,Staten hebben weinig te zeggen op het grensoverschrijdende internet, en dat is pijnlijk voor ze. Ze zijn gewend het fysieke land op een bepaalde manier te besturen. Ze verbieden iets en wie het toch doet, wordt gearresteerd en bestraft. Op het internet zal dat nooit zo zijn. Het is een kat-en-muisspel en als je te veel wilt reguleren, dan ga je dat verliezen.” In plaats daarvan moeten landen hun huiswerk doen. ,,Je kunt je systemen beter beveiligen, maar ook dan is er geen absolute zekerheid. Je moet juist een ‘offline-plan’ maken, zodat het Rijk blijft draaien wanneer die systemen niet werken.

En dan heeft Mekic’ nog een kleine ergernis. ,,Het woord cyber. Dat is ooit in bestuurskringen bedacht door mensen die behoefte hadden aan een woord voor iets wat ze niet konden begrijpen. Cyber is alles en tegelijk is het niets. En daardoor was er geen rode draad op de top.”