Wat is de taak van het onderwijs? Kinderen voorbereiden op een zelfstandig leven in de wereld van morgen. Maar wat moeten onderwijsmakers doen als de wereld zo snel evolueert, dat zelfs de meest gewaardeerde wetenschappers en visionairs geen zinnig woord kunnen zeggen over hoe die wereld er uit komt te zien?
Programmeren, dat is nu het adagium. Ieder kind moet leren programmeren. Het waren Steve Jobs en andere aansprekende ondernemers die — niet expres — onze visie op het onderwijs hebben betoverd. Wat hebben we nodig? Een iPad, wat programmeerlessen, en het onderwijs is weer bij. Maar welk probleem lossen we daarmee op?
Toegegeven, er is een groot tekort aan programmeurs. Maar een programmeur doet méér dan alleen programmeren en de vraag naar allerlei andere ict-vaardigheden is groot. Uit onderzoek van LinkedIn blijkt juist dat niet programmeren, maar statistische analyse en data mining op het moment de meest gevraagde vaardigheden zijn in vacatures. En als we kijken naar onderwerpen in de media, zien we dat niet programmeren maar beveiliging, met al die krakende crackers, en privacy, met bespiedende overheden, de grootste issues zijn van het moment.
En wacht de wereld van de toekomst wel op al die programmeurs? Inmiddels bestaat er intelligente software die zélf kan programmeren. Zonder dat er een mens aan te pas komt. Wat gaan al die programmeurs doen als het zo ver is? Kinderen alleen leren programmeren volstaat niet.
Nog even over die tablets, waarom zou Steve Jobs zijn kinderen nooit hebben laten werken of spelen met een tablet? Waar is het wetenschappelijke bewijs dat een tablet kinderen beter helpt voor te bereiden op de wereld van morgen dan een boek, pen en papier?
Een paar dingen staan vast. 1. Het onderwijssysteem verandert langzaam in een snel veranderende en complexer wordende wereld. 2. Het onderwijssysteem veranderde áltijd al langzaam, maar heeft ons wèl gebracht waar we nu zijn. 3. Technologie speelt een hele belangrijke rol in de wereld waar we kinderen en jongeren voor opleiden, en verdient een prominente plek in het onderwijs. Maar is het vak ‘programmeren’ en de hele dag spelletjes op een tablet de oplossing?
Toekomstige generaties zullen zichzelf steeds vaker en sneller opnieuw moeten uitvinden in die snel veranderende wereld, vaker en sneller dan alle voorgaande generaties. We hebben zelflerende kiddo’s nodig, met veel verstand van de echte wereld, de fysiéke wereld — waar de uitdagen en problemen in de toekomst altijd vandaan blijven komen — met een gezonde dosis nieuwsgierigheid gericht op en ervaring met technologie. Allerlei soorten technologie.
We hebben meer innovatieve docenten die mogen innoveren, verstand hebben van nieuwe technologieën, die het budget krijgen om die techniek te mogen integreren met hun lessen, en ook betaald krijgen om hun innovaties te delen met andere docenten.
Lesmethodes moeten niet meer 1x in de zoveel jaar vernieuwd worden, maar doorlopend.
En niet meer een Digibord óf een krijtbord voor de klas, nee: allebei. De helft van de school analoog — werken uit boeken, en telefoons en computers verboden — en de andere helft van de week heb je les in het digitale gedeelte. Met de nieuwste 3D-printers, tablets, drones enz.
Niet het vak programmeren op een tablet, écht onderwijs gaan geven: twee dagen per week het vak buitenspelen, twee dagen per week ouderwets stampen, dus gewoon analoge theorie, en één dag per week toepassen met de nieuwste technologieën. Zodat we geen programmeurs krijgen die niks kunnen, maar autodidactische talenten die échte problemen kunnen herkennen en, digitaal óf analoog, op kunnen lossen.
Deze column schreef ik op verzoek van Radio 1, De Nieuws BV, en werd vandaag uitgesproken
Geef een reactie